interessante links


Electricity Guinea-Bissau

My electricity tour of Africa has taken me to Guinea-Bissau, referred here as Bissau. Bissau is one of the poorest environments on the earth. Lack of electricity makes travel through the capital very dangerous, especially at night, when the streets are dark and there is no lighting to speak of.
There is one thing that is plentiful in Bissau, Land mines. If you ever happened to be in Bissau, just be careful where you step.

http://elelctricityafrica.blogspot.com/2008/07/electricity-guinea-bissaua-nd-conakry.html


Alles over Guinee-Bissau:
https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/geos/pu.html


Wat moet je doen om in Bissau 'soms' stroom te krijgen :
http://www.doingbusiness.org/ExploreTopics/GettingElectricity/Details.aspx?economyid=83


Tja, je kan het ook mooier maken dan het is.
http://www.un.org/ecosocdev/geninfo/afrec/vol18no4/184electric.htm

Er zijn nog veel meer leuke links maar dat laat ik aan de geintreseerde zelf over.

Electro solar

In dit verslag ga ik het hebben over de techniek.
Dus de gene die daar weinig mee hebben zijn gewaarschuwd.

Aller eerst wat achtergrond informatie.

Electro Solar is nu ongeveer 3/4 jaar geleden opgericht. Het idee is geboren door een ontmoeting tussen twee tegenpolen, Technicus Reinder, en socialist Queba.
Zij zijn op het plan gekomen om een installatie, ooit aangelegd/geven door Zwitsers, opnieuw in gebruikt te nemen.
De installatie is in 1983 aangelegd. En rond 1987 gedeeltelijk opgestart. Het betreft een Centrale voeding vanuit Bafata. Een aantal steden werden vanuit deze centrale gevoed. Van Buba tot Gabú. Bolama en een paar andere plekken hebben dezelfde installatie maar werden ter plekken gevoed.
Natuurlijk werd er niet consonant geleverd, er werd zeker 75% van het dissel geld achtergehouden. En het netwerk niet onderhouden.
De centrale leverde direct aan Bafata en via 30 kV luchtleidingen werd de stroom naar andere steden getransporteerd. In de steden word met 6kV transformatoren van 100 en 160 KVA gevoed.
Het moet veel voet in aarde hebben gehad. Er moet groot materieel zowel in Bissau als in, Bafata en Gabú aanwezig zijn geweest. Van groot/zwaar transport tot het leggen/op hangen van de kabels vereist specialistisch materieel. Ook voorzieningen als verharde wegen tot goede huizing voor de blanke moet aangelegd zijn.
In Gabú kwam de 30 kV vanuit Bafata (55 kM) halverwege de stad binnen. Via een 1600KVA elektronisch geregelde transformator werd de spanning getransformeerd naar 6kV.
De travo is voorzien van alle beveiliging en als bochhols relais, aardfout, zekeringen, lastscheiders en werk aardig. En zal waarschijnlijk nog wel werken, misschien dat de elektronica in de spanningsregeling vergaan is, maar het is ook manueel te doen.
De 6kV komt een huis binnen waar die geschakeld kan worden op gasdruk. Ook weer compleet met alle poes pas als werk aarden, differentieel beveiligingen en stroom meting.
Vanuit dit huis gaan er 3 middenspanning kabels weg. Één naar het transformator huis bij de kerk (PT posto transformator Igrecia) in de wijk praça en een naar PT Novo escola (nieuwe school). In de wijk doubala. Vanuit daar vormen de kabels een ring met nog PT Hospital in Nema. De 3e kabel gaat naar PT Campo militar (naast het militair kamp) in engenheiria. Die staat buiten de ring.
Igrecia en Campo militair hebben 160 KVA transformatoren en de rest 100 KVA.
Wat dus neerkomt op gezamenlijk maximaal 620 KVA, met wat verliezen 650 KVA. De 1600KVA hoogspanning travo lijkt dan ook wat groot.
In de huisjes is overal plek voor uitbreiding, van een lege deur voor een kompleet nieuwe middenspanning aansluiting tot plek voor een nieuwe stads verlichting groep.
Ook heeft elk huisje speciaal gereedschap, middenspanning detectoren, tot aardklemmen.
Zwengels om de lastscheiders te bedienen, licht, zelfs verwarming(5 stuks per huisje)!!!

De transformatoren zijn DY5 en sterpunt geaard. De 6kV komt met 3 x 25mm^2 aan, en gaat op 30X4 rails door het huisje. Afgezekerd met 20 en 40 A zekeringen.
De laagspanning gaat met 7x95mm^ naar een 400A automaat met stroommeting. En naar een 250A automaat met een opzet motor geschakeld door een mechanisch tijdrelais (mooi oud mechanisch ding). Voor de stadse verlichting. Daarna op rails door naar 250 A groep automaten. Van 1 bij de centrale tot 3 bij de kerk.
De stadsverlichting is afgezekerd met oude stoppen (waarom is mij onduidelijk). Een stuk of 16 moeten het er zijn geweest, ook is er een klemmenstrook. Maar er gaat maar 1 kabel weg met 3 fasen nul en aarde. Zal net als de verwarming wel standaard zijn.
De laagspanning heeft een aardfout melding via een 'Fi relais', een ralais dat schakelt door een stroom die kan komen uit een stroomspoel die op de afgaande kabels zit, 1 stroomspoel om alle kabels, die dus asymmetrie detecteert. Veder zijn er natuurlijk schakelaars voor de lampen verwarming, een spanning meter, en 3 ampère meters. En voor de verbruikers en stadsverlichting kWh meters.
De huisjes hebben goede sloten die met staven boven en onder afsluiten. Maar er is meer één sleutel. Voor alle huisjes zowel in Gabú als in Bafata tot Bolama.

4 jaar geleden is de stroom getopt.
Toen zijn kabels gejat, (het netwerk was het jaar daarvoor aan de guineeres overgelaten). Ofwel, kansloos verloren gegaan.
Het netwerk in Gabú is er nog redelijk aan toe. En Queba is geboren in Gabú. Vandaar de keuze om het netwerk in Gabú te gaan opknappen.

Er zijn veel projecten in Guinee-Bissau. Van het beschermen van apen tot het helpen van weeskinderen die een dwarslaesie hebben. Veelal kansloos, en discutabel. Zo ook elektriciteits netwerken. In Bissau heeft de wereld bank het laatste jaar zelfs een nieuw 10kV netwerk naast het bestaande 6kV netwerk aangelegd (discutabel), compleet met nieuwe kabels, en generatoren. Het 6kV netwerk is redelijk in orde maar het geld voor dissel komt nooit in de generatoren terecht. Of dat met het nieuwe netwerk wel gaat lukken, is natuurlijk kansloos.

Electro Solar is een bedrijf, geen project. En dat dragen wij ook uit. Met een prepaid systeem mogen wij 4 jaar(pilot) het bestaande netwerk van Gabú gaan gebruiken om stroom te leveren tegen betaling. Vooruit betaalt. Iets wat de mensen al kennen van het GSM netwerk wat alleen op prepaid werkt.

Voorheen kon men een contract krijgen, een vast maandbedrag en wat je ervoor kreeg was afwachten. Doordat de elektriciens in Guinee veelal in USSR zijn opgeleid, was er een benouwde sfeer. Onze werknemers vertellen van een schrikbewind, waarbij men blij moest zijn met een aansluiting. Elektriciens die meer geld vroegen dan op de factuur stond tot afsluiting bij 'verkeerde' benadering van de mensen van engeria. Dat merken wij nu ook bij de mensen. Die onderdanig met veel meer documenten aankomen dan dat wij vragen voor een inschrijving, van identiteit bewijzen tot oude facturen van de centrale in Bafata.

Dat terwijl energia heel erg heeft aangekloot. Dat word ons steeds meer duidelijk nu wij een goede inventaris van het huidige netwerk krijgen.

Van de ring is weinig meer over.

Vanuit de kerk (igrecia) is de kabel naar de wijk Nema, PT Hospital. Compleet vernielt. Ik mat 1 meg met mijn 1kV megger. Na 2 dagen had ik een ureka moment, er lag een drup water in het huisje waar ik net was. (van het zakje water wat ik dronk.) ik kijk ernaa, en bedenk mij, 1 meg. Hoe kan dat: dus ik steek mijn megger in het water, en jhawel 800 ohm! Water in de kabel!!
Er is een waterleiding naast gelegd. Maar bij die graafwerkzaamheden is de kabel over zeker 150 m. geraakt met de pikhouwelen. Een opzichter van het ministerie van energie was erbij, maar die lag te slapen op een veranda, volgens ons personeel. De kabel mantel is geraakt, en water is binnen gekomen, zo zijn er 3 plekken die een flinke puist hebben van de warmte die is ontstaan, en ze stonken nog bij het opgraven ervan. Wij hebben de complete 200 meter opgegraven en concluderen dat herstel vrijwel onmogelijk is. Tenzij er middenspannings kabel en moffen naar Guinee komen wat natuurlijk een kostbare zaak is.
De 6kV kabel bestaat uit 3 25mm^2 koper aders, met 1 mm dik isolatie, met daaromheen een koperfilm(om fluxen op te vangen denk ik). De 3 aders zitten weer ingegoten in isolatie waar 2 ijzerfilmen als mantel om heen zijn gewikkeld, daaromheen is weer isolatie. Hoogwaardige kabel dus.
De kabel tussen de centrale en PT novo escola (nieuwe school), is voorheen eens gerepareerd. Er zijn 2 grondmoffen geplaatst. De kabel ligt in een bocht voor het huisje, een van de moffen ligt pal onder het huisje en als je de kabel rechter zou leggen is die mof niet nodig. De 2e mof ligt 5 meter van het huisje, en heeft een kortsluiting. Wij hebben mensen uit Bafata laten komen van energia. Die zeggen een special meet instrument te hebben. Zij komen met een megger tot 5 kV. Zo een als ik tot 1 meg heb alleen dan uit 1983 op 6 batarijen.
Hun megger bevestigt onze vermoedens en bij gebrek aan betere metingen graven wij de mof op en zagen hem weg. Meten dan opnieuw, en de soort van sluiting is weg.
Wij hebben een 'equipe' (groepje) naar Senegal gestuurd om daar te kijken of er moffen te koop zijn. Wij wachten nog op een telefoontje van de directeur van de centrale in Dakar (senegal heeft al vele jaren een goed werkend elektriciteit net.) (waarom het 10 m. over de grens opens niet meer kan snap is hetzelfde verschil als de grens met Duitsland waar de wegen slechter worden maar de snelheid hoger.)

Wij zijn begonnen met het inschakelen van PT igrecia. Die een groot deel van de binnenstad en een grote wijk voed. Wij hebben als proef de 175KVA generator direct op de laagspanning aangesloten. Na het meten van het net, met een fase fase sluiting en een fase nul sluiting als resultaat. Zetten wij kleine automaatjes (C6) over de grote automaten van de afgaande groepen.
PT igrecia heeft 4 afgaande groepen, er is erg gekloot in de tijd er staan 2 250A automaten paralel, en er zijn 2 400A automaten die dus even groot zijn als de hoofd automaat.
Na wat rond vragen weten wij de sluitingen te vinden, puur doordat mensen weten wat een sluiting is. En gezien hebben waar die zit. Een paar bomen drukken 2 fasen tegen elkaar, en een huisaansluiting met 2 blanke aders maakt een fase nul sluiting. Nadat die zijn verholpen werkt het net. Dit maakte veel los in de stad. Maar er moest nog veel gebeuren. Alle bomen moesten nog weg en huizen moesten nummers krijgen. En natuurlijk een officiële Electro Solar aansluiting op het net. Nadat het personeel redelijk zelfstandig aan het werk ging, meters instaleren, bomen kappen, kabel opgraven, boekhouding enz. Zijn wij veder gegaan met het middenspanning netwerk.

Al snel kwamen wij achter de problemen in de 2 kabels.

Er is een gebouw wat bij de installatie hoort, de oude centrale. Hier hebben heel vroeger kleine generatoren gestaan, en later is het gebruikt voor de facturering. Hier staat een 250 KVA DY11 sterpuntsgeaarde travo 380/6000 V. een oudje van voor de oorlog zeg maar. Net als een middenspanning automaat van die tijd.
De travo hebben wij nu gebruikt voor het opwekken van 6kV. Waarbij wij een invers 6kV net gebruiken om een rechts laagspanning net te krijgen. Vanuit de centrale voeden wij nu Pt campo militar en Igrecia. Het laagspanning net ven de centrale zelf, heeft een hoop problemen.
Het licht net gevoed door 5x 16mm^2 lijkt een capaciteit te hebben met de 380 grond leidingen. Of zelfs een soort sluiting. Veder is er nog een fase fase sluiting en een fase aarde sluiting. En heeft de fase fase sluiting een halve meg naar nul.
Ook hier heeft het ministerie zitten prutsen. De transformator (die wij nu niet gebruiken) is kapot. Volgens het ministerie door een blikseminslag, maar het lijkt meer op overbelasting. Veder zijn er veel grondmoffen bijgemaakt.
Een stuk of 12 straten hebben kabels die niet op de originele kaart staan. Ook zijn lantarenpalen op de 380 aangesloten en profesorisch doorverbonden.
Wij willen dat nog voor elkaar meken voor ik vertrek.
In Nederland zal ik dan gaan zoeken naar:
Grond moffen, het liefst met kousen. Voor de 6kV
Een oude computer voor de verkoop van saldo
Een gordel voor het beklimmen van de palen
2 grote relais, voor het omschakelen van de generatoren.
En een kabel zoeker voor het vergemakkelijken van de sluitingen en aansluitingen in grondkabels.
Het mag 2e hands oud spul zijn(op de moffen na). Dus als iemand nog een aanweizing heeft voor deze materialen zijn ze heel erg welkom!

Wij hebben nu zoon 50 meters geïnstalleerd en er zijn er 64 verkocht. De afname is nog niet rendabel. Maar wij draaien nu van 6 uur tot 2 uur snachts. Als de belasting toe neemt (6 tot 20 A. nu :S). Gaan wij 24 uur draaien. Er zitten een paar grote klanten aan te komen. Er zijn er 6 in Gabú (houdzagerij, bank, 2 telecom instalaties, ijsfabriek, en douane) waarvan wij er nu 3 kunnen aansluiten en de rest op 1 na volgen nog. En misschien kunnen wij, als wij bewijzen stabiel te leveren, ook de zenders van de telecom voeden. Maar geld gaat er volopig nog veel meer in dan uit.

Een uitgebreid verslag met berekeningen en presentatie zal ik begin deze zomer klaar hebben. Dit wordt mijn afstudeer verslag. En is natuurlijk in te zien voor geïnteresseerde. Ik zal nog bekeiken hoe ik deze publiekelijk maak.

Nu ben ik half bezig met mijn vertrek. Ik zal al snel terug gaan naar Nederland, daar zal ik enige tijd nodig hebben om weer te wennen aan Nederland, 1 keer avonds wam eten, weinig/geen reist. Kou, slapen onder een deken,geen 40 mensen op een dag hand schudden en vragen hoe het met ze is, met de familie, de gezondheid en de kinderen. enz enz. maar daarna zal ik nog een laatst bericht posten op deze blog.
Het wordt wel een egt afscheid, van mijn collega's de trabaju, amigos en ghents de Gabú. Van de familie van reinder, tot onze achterbuurvrouw en do de barhouder. Binky Mussa, tot zoontje van mamadoe.

Zucht.
Janneman

Gusta de problem (deel 2)

Het is maarliefst 4,5 uur(!) lopen naar het dorp aan de rivier. Het dorp waar wij 2 dagen eerder al de boot hebben gewisseld. Zonder te rusten, laat staan even stil staan, sterker nog we lopen in een mars tempo die ik net kan bijhouden. (Carlos is rond de 53!)

Daar kopen wij bananen zonder geld.

Wat wij al verwachten komt uit, er is geen nieuwe motor. Pera bokado (wacht even) zegt de man die het hele eind met een kruiwagen heeft gesjouwd.

Dat zijn wij niet van plan.
Dus wij gaan samen met iemand die wij onderweg hebben ontmoet, en ook naar Catio moet, de rivier over.
Staand(!),balancerendmet 6 man in een kleine topzwarekano. Omdat het laag water word stroom het redelijk en moeten wij door de blubber de oever af en op. Er zijn wel takken in de blubber gelegt om op te lopen dus we zakken tot onze enkels weg in plaats van tot onze knieen.
De kano kost 200 CFA maar wij hebben geen geld.

Dan lopen wij weer zeker 1,5 uur. Nu voornamelijk over rijstvelden.

Ik heb in middels 2 grote blaren. En mijn voeten doen overal zeer. Ik heb 3 wondjes die aan het ontsteken zijn. En zie al lang de lol van de tocht niet meer in. Ik wil maar 1 ding. Aankomen in Catio.

Carlos houd mij op de been, zal nooit vergeten dat als ik dan even kon zitten voor het instappen in de kano. En ik mijn voeten waste zodat de wondjes en blaren zichtbaar werden, en ik flink zuchten. hij mij vroeg; bu pé tenne probleme? (hebben je voeten problemen?), Problemen mangadel (overal problemen) zij ik dan. Keek hij mij aan, en hadden wij direct oog contact, na een kleine stilte zei hij: Mouto beng!(mooi zo!) Met opgeheven enthousiaste stem. En dan lachte ik weer. Als iemand dan raar keek zei ik gewoon problema teng, met een lag en opgestoken duim.

2 uur later,

Als we weer bij een rivier komen voor de 3e keer een oversteek maken met een kano, zie ik in de verte.. mijn auto!
De kennis van Carlos staat er sinds ochtends te wachten.
De aankomst is een verlichting en ik ga dan ook niet agter het stuur zitten maar ga agter in de auto liggen.
Bij het huis geven wij de best man 2000 CFA voor het geval de kano eigenaren en bananen vrouw langskomen. De rest is voor het letten op mijn auto.
Hij heeft mijn auto zelfs schoongemaakt (of laten doen) Wij krijgen dan weer 8 grapefrutes mee en rijden naar het hotel. Daar mogen wij douchen.
Ik wil mijn telefoon opladen maar Carlos wil liever door naar Buba. Dus wij rijden snel terug naar Buba.
Het oorspronkelijke plan was om ook nog naar Bolama te gaan.

Bolama

Bolama is de oude hoofdstad van Guinee. Al vanaf 1832 word het bezet door Engelsen. Na hun vertrek zijn daar in 1943 de Portugezen gekomen. Bijden hebben een groot vermogen gepompt in de vele mooie gebouwen die het Eiland heeft gekend.

In Buba gaan Carlos en ik wat eten bij een restaurantje. Voor 2000CFA 4,5 euro hebben wij 2 borden met eten (rijst, saus en barracuda) en nog een bord met 2 visjes. Met een biertje en een blikje Cola.

Dan hebben wij de keuze, of de telefoon opladen en naar het hotel, of toch nog naar Bolama.

Dus wij stappen in de auto en zetten koers naar Bolama.
De weg is de eerste 10 Km redelijk en met 70 Km/h lijkt het een beetje op rally rijden.
Later word het weer hobbelen en sporen zoeken. Na zoon 3 uur komen wij aan bij de oceaan.
Het laatste huis voor de oever kent Carlos. Ook de eigenaar en daar mogen wij de auto parkeren. Onder weg naar de oever komen wij een man tegen die een motor kano heeft. Voor 2000 CFA vaart hij ons heen en weer.

Wij kijken 2 uur rond op het eiland. Naar de prachtige ruines, immens grote gebouwen die een glorieus verleden verbergen. Van Engelse staal constructies tot zwaar betonnen gebouwen. Allen vergroeid met de natuur.
Bolama heeft vandaag minder inwoners dan huizen. en meervleermuizendan huizen. Het eiland is zelfs als wij er overdag rond 6 uur lopen ondergedompeld in het gekrijs van mangoetendvleermuis.

Carlos weet waar het generator huis staat, hij is een paar keer op het eiland geweest voor een water project van Nederlanders om de water pomp op het eiland te repareren. (Calos is een van de zeldzame personen inGuineedie vaak buiten zijn leefgebied is geweest)Het generator huis is sinds de bouw in 1830 altijd als generator huis gebruikt. Het zit op slot maar er rent al een kind het dorp in om de man met de sleutel te halen. Buiten zien wij een wel erg grote zuiger onder een auto wrak. Ook zien wij een soort bakken. Water bakken.

Als de poort dan open gaat, staat er een goede generator die volgens de sleutel eigenaar ook nog werkt, alleen geendiesel in de tankheeft. Al 4 jaar niet.
En dan valt mij buiten de vleermuizen opeens een gedaante in een hoek van het gebouw op.
Het is een stoom machine! Een stoom generator! Daar was de zuiger van, die wij zagen buiten. Het is een verdieping hoge 2 cilinder. Wat een machtige machine moet dat zijn, die zou ik graag eens horen lopen. Natuurlijk werkt die niet meer. Maar hoe zoon groot blok staal ooit op dit eiland is terechtgekomen, doet mijn vermoeden van een glorieuze verleden, alleen maar versterken. Boten, Schippers, bakens, haven, kranen, vrachtwagens, touwen, slaven en blanken.

Hier is goed te zien wat de onafhankelijk betekend, rust. Maar geen welvaart. Door het wegtrekken van de Portugezen is het hele land weer terug gegaan naar voor diens overnamen. Op wat chineese import spullen na.

Het gekken daaraan is dat alle Guineers wel zeggen dat ze een modern Guinee willen. Maar ze het dus zelf niet doen. juist omgekeerd, de oude gebouwen zijn op te knappen, maar de inwoners leven in zelfgemaakte (nog eenvoudigere) huisjes.

Wij gaan dan snel weer terug naar het vaste land, en er zitten opeens 4 anderen in onze kano, maar wij gaan terug als wij aankomen. Het is maar een kort stuk van 10 minuten. Erg mooi met de ondergaande zon. Dan rijden wij snel terug naar Buba, om de telefoon op te laden. na 1,5 uur in het donker te hebben gereden, is de dag dan eindelijk ten einde!

In mijn vermoeidheid vergeet ik te bellen dat ik wel ben aangekomen. Sorry nog daarvoor.

De volgende dag gaan wij dan terug naar Gabú. Eerst Rustig, lekker uitslapen en wakker worden, warm brood eten. En vamusch(gaan).
In Bambedinga, de splitsing tussen Bissau en Gabú neem ik afscheid van Carlos. En splitsen onze wegen. De hele weg ben ik aan het terug denken aan de trip.
In Gabú heeft het niet stil gestaan. Kabel is opgegraven, transformator verplaatst, meters zijn verkocht. Maar ik ga eerst douchen en even liggen.
Met de gedachten 'Gusta de problem', verlang ik toch naar huis. Thuis, Arnhem, werk, kou, school, en bovenal Familie, vrienden, collega's en Lilian

Groet Janneman

Gusta de problem (deel 1)

Gusta de problem. Buba - Catio Wij staan vroeg op (per amanja sedu). Maar worden rustig wakker en stappen na het bedanken in de auto. Kopen bij de bakkerij 2 broden vers uit de oven (Carlos kent de bakker). En kopen 3 flessen water. Dan rijden wij de zandweg op, ik heb dan nog geen idee waar ik aan begin. De weg is erg slecht (mou strada). Soms halen wij de 30 km/h. Het blijkt dat Carlos gisteren tijdens het eten heeft gehoord dat er 10(!) Nederlanders in de buurt zijn! Ik heb niet geluisterd naar het snelle creools. Maar 10 Hollanders, dat is een verdubbeling t.o.v. vorige week.


Het duurt 3 uur voordat wij 60 km verder de afslag naar de Hollanders nemen. Na nog wat hobbelen, komen we dan bij een dorpje (6 'huizen'). En daar zitten 10 Hollanders aan de koffie en brood met beleg. Hoe al die spullen als brood en koffie hier komen is mij een raadsel. De groep wordt geleid door Paul Akkerman. Hij heeft in 1987 hier 3 jaar doorgebracht, tussen de balanta's (tribe, grootste van Guinee). Nu komt hij hier met Nederlanders die eens iets anders willen. Ze bouwen ook een soort opslag silo's voor water, daar later meer over.


Na de ontmoeting rijden wij verder. Het voelt heel raar om die Nederlanders te ontmoeten. Ze komen direct vanuit Gambia naar dit groepje huizen(commune). En ze zijn dan ook allemaal nog in een soort roes, van wouw. En zij zijn ook verrast om mij zo te zien aankomen. Een blanke (bruine) jonge met een volwassen Guineer op de bijrijders stoel die zo opeens aan komt zetten. Nog een stuk verder over de zijweg is een grote wekelijkse markt. Mensen komen van heinde en verre aangelopen met goederen als vis en kleren. Er staat zelfs een generatortje te brommen om telefoons op te laden. Rijst kan er worden gepeld met een machine. En dat allemaal onder een grote boom. Mooi gezicht. Nog een stuk verder, wat alleen te voet kan, is een soort helling aan een rivier. Onze kant van de rivier heeft een betonnen helling de overkant een houten steiger. De betonnen platen zijn aangelegd door Stenaks. Hier heeft mijn vader aangelegd om rijst in te laden en te transporteren. Ik vraag mij af hoe ze het nu doen, er zijn erg veel rijstvelden, maar al de rijst word op de hoofden van vrouwen vervoerd. Ik neem aan niet helemaal naar Bissau, maar hoe dan wel is voor mij een raadsel.


Martje, mijn vader Heeft vanaf 1988 in Guinee gewerkt. Net voor mijn ouders wisten dat ik zou komen is hij via SRV in Guinee gestationeerd. En wel in Catio. Hij had een terrein gevonden om te wonen, het oude 'Sebeco'. Gebouwd door Stenaks. Vanuit Catio werden met 3 boten allerlei producten vervoerd in het onbegaanbare terrein van zuid west Guinee. De opzet was rijst, vanuit de velden naar Catio en Bissau te vervoeren. Maar het kwam neer op van alles, van bouwmaterialen tot uien (bijna alle import kwam uit Nederland). Mensen herinneren 2 jaar maar het was minder.


De namen Martje en Kim (collega SRVer), zijn onder de generatie genoten nog goed bekent. Iedereen weet dat zij op het STS terrein woonde en boten hadden. (de nieuwe generatie van na de oorlog, hebben zelfs maar weinig blanken gezien, ik en Carlos worden dan ook gek van het geroep, branko branko! (blanke), en roepen terug, bretto (zwarte)) Catio Wij rijden dan door naar Catio waar wij rond 1 uur aankomen. De 10 hollandaises gaan morgen naar Cajar. Dat is ook onze bestemming. Dus wij besluiten op hun te wachten. Want Carlos kent ene Philippe (die mijn vader ook goed kende). Hij is een beetje een ondernemer en heeft een soort hotel en barretje en regelt ook het vervoer voor de Nederlanders. Waarschijnlijk importeert hij ook de goederen voor de 10 (dez). Hij heeft ons beloofd dat wij met de 10 mee kunnen in de boot naar Cajar.


Dus wij gebruiken de dag om naar een paar plekken te gaan, als eerste... het huis. Het huis waar mijn vader heeft gewoond. Wij komen aan bij een hek. Er is niemand te bekennen dus wij openen het hek en parkeren de auto op het terrein. Op het terrein in nog een hek. Het leidt naar het huis. Dus wij lopen binnen en kloppen verbaal aan. Er komen 3 zwarte vrouwen naar buiten. Carlos legt uit wat wij komen doen. De vrouwen zijn verbaasd. En vragen nog wat. Ze spreken Engels. Ze komen uit Kenia. Ze nodigen ons binnen. Door de keuken, die Nederlands aandoet, komen wij in de woonkamer. De 4e woonkamer die ik zie in Guinee. Er wordt ons onder het gesprek van alles aangeboden en voor ik het weet staat er in tweevoud, water, cola, fris, bier, nootjes, sinaasappelen en grapefruits op tafel. 3 hele aardige vrouwen die minstens net zo geïnteresseerd zijn als ik. Het zijn missionarissen.


Het terrein is sinds het vertrek van SRV een school met 300 kinderen. In het gesprek zeggen zij voorzichtig dat hun TV kapot is. En als je dat tegen 2 techneuten zegt, word die gemaakt. Het is een Philips (alles in het huis van kasten tot kozijnen is Nederlands), en doet het perfect, alleen de antenne moet even worden afgesteld, maar voor de 3 is het een klein wonder. Ik krijg een uitgebreide rondleiding over het terrein. Niet alleen van de 3 maar ook, en dat interesseert mij nog het meeste, van Carlos. De 3 vertellen mij wat er nu gebeurt, Carlos vertelt over tempo de Martje (tijd van Martje). Het kantoor, het huis van Kim, het opslag huis, en de andere 3 gebouwen zijn u allemaal school. Hoe het toen was, wat er is veranderd, wat waar gebeurde. Het dubbel geïsoleerde generatorhuis. Alles is er nog en na al die jaren nog in erg goede staat. Als laatste hangen wij een beetje rond het huis van mijn vader.
In de tuin staan een paar hokken, er zitten konijnen in. Die zie je in Guinee bijna niet, ik heb ze nog niet gezien. En als ik geïnteresseerd die dieren aai. Word mij een konijn aangeboden. Ik zeg dat ik de jongste leuk vind, maar die helaas niet kan meenemen naar Nederland. Ze snappen het niet goed, niet alleen omdat het kleintje het niet overleeft zonder de melk van moeder, maar omdat het niet is om mee te nemen, maar om te eten! En als ik het snap en even verbaast ben, staat het konijn al in een doos van WFP in de auto. Kompleet met voer voor de dag.
Wij bedanken de vouwen uitgebreid en vertrekken dan naar ons 'hotel'. Daar achter staat een huis dat Steven (mede oprichter Stenaks) heeft gebouwd. In de tijd dat hij voor een project in Catio was. Het lijkt mij erg onhandig om een huis te bouwen terwijl je een project moet leiden maar goed het is leuk om te zien. Het staat leeg, wij vragen de buren waarom, zij weten het ook niet maar er zijn al eens mensen hardhandig verwijderd. Van Reinder hoor ik dat het verkocht is aan een ministerie.


Een stuk veder lopen is de 'haven' van Catio. Waar ooit de boten die mijn vader bevoer lagen. De boten zijn in beslag genomen door de overheid in de oorlog. Dus 2 zijn ter plekke gezonken en één in er naar Bissau gevaren en daar gezonken. Waar ze het geld vandaan halen om het naar Bissau te varen is na de vraag waarom ze in beslag zijn genomen mijn grootste vraag. Maar het doet er niet toe. Ik ben hier en hier was mijn vader. Een emotioneel moment...


De volgende dag gaan wij vroeg weer naar de haven. Daarna ga ik naar de kerk van de 3 vrouwen die in het oude huis van mijn vader wonen. En Carlos naar de evangelische. Ik kan nu heel goed begrijpen waarom mensen 'geloven'. Iets waar ik nog niet over heb geschreven. Maar ook een grote les voor mij is. Carlos bedankt elke maaltijd en elk bed. En vooral later deze trip, doe ik dat stiekem ook, maar niet tegen 'god' waar wel tegen weet ik nog niet. In de kerk zit ik bescheiden achterin. Ik word begroet door alle belangrijke mensen die allemaal natuurlijk al lang van mijn komst afwisten. De pastor verteld aan het einde van de 2 uur durende zang/gebeds mis waarom ik in Catio ben. Iedereen wist dat waarschijnlijk al maar ik krijg een hartelijk applaus. Na de mis komen verschillende mensen naar mij toe en ik krijg een foto met de 3. Als ik wegloop krijg ik een balanta armband. (een speciale gift, het is niet te koop ofzo).
Ik zou langer willen blijven maar de Nederlanders zouden (en nu verklap ik het al) om 12 uur aankomen. Carlos komt zelfs op de helft van zijn mis terug. Maar geen blanke, op mij na, te bekennen. Als wij dan Phillipe bellen, staat zijn telefoon uit. Zelfs voor zijn vrouw neemt hij niet op. Om 3 uur besluiten wij dan om maar zelf een boot te huren. Omdat benzine hier erg duur is, is het een aanslag op mijn budget maar ik wil graag naar Caiar. Toen nog wel. Caiar. Als vanzelf roept Carlos na onze beslissing iets naar een jongen die dan wegrent. Even later komen 2 mannen aangelopen. Zij willen ons wel wegbrengen. Even 10 minuten narekenen of ons aanbod wel voldoende is (de man kan niet rekenen). En dan zet Carlos de vaart erin. Hij weet precies waar hij even geduld moet hebben om dan initiatief te nemen om alles snel te laten verlopen, zo kopen wij benzine, wordt uit een rieten/leem huis een buitenboord motor van Yamaha van 15P K enduro getrokken (zal wel overgebleven zijn van een mislukt project). Halen een kennis op die op mijn auto wil passen zolang wij weg zijn (krijgen zelfs 6 grapefruits en 3 sinaasappelen mee).


Zo rijd ik met 6 man en een buitenboordmotor in de auto naar een andere haven/helling. Hier stappen wij op een redelijk grote houten boot. Een kano is erg inefficiënt voor een buitenboordmotor legt Carlos mij uit, daarom gaan die Nederlanders met een kano leg ik hem uit. Wij hebben de grootste schik om de inefficiëntie van hun verblijf. Wij zijn natuurlijk ook teleurgesteld dat wij 1,5 dag hebben gewacht op niks. Na 10 minuten over de mooie rivier langs mangroven te varen komen wij bij een van de afgelegen dorpjes waar wij aanleggen. Daar stappen wij over in een aluminium bootje dat daar ooit is achtergebleven. Carlos wist ervan en dat scheelt ons weer benzine. Hier ontmoet ik voor het eerst mensen die graag willen dat ik foto's neem. Na nog een dik half uur met de aluminium sloep te hebben gescheurd, door de meest fantastische regenwouden en mangroven, met slechts één keer een paar huisjes. Het mooie water, de wortels die juist omhoog groeien, vogels die ik niet kan plaatsen. Het is heel anders dan op Discovery ;).


Dan varen wij een kleine aftakking, net voor de oceaan, in. Ik heb geen idee hoe ze de weg weten. Maar ze weten het. Omdat wij wat te laat zijn vertrokken is het tij al 2 uur aan het ebben. Waardoor de aftakking er smal is. Zo'n 80% van de rivieren in Guinee vallen (bijna) helemaal droog met eb. Zelfs de grootste rivieren vallen wel een meter lager. Daardoor raken wij een tak op de bodem. De motor vaart nog 2 minuten maar dan draait de schroefas door. De rubber koppeling tussen de schroef en de as is al eens kapot gegaan. Toen is met 3 bouten door de schroef de schroef vastgeklemd aan de as. Maar dat heeft natuurlijk nooit het contactoppervlak dat de rubber ster ring normaal heeft op de ster as. Door de botsing zijn de bouten gesleten en maken ze nauwelijks contact met de as.
Er stonden al een paar kinderen klaar, waarschijnlijk voor de andere Nederlanders. Die roepen iemand die voor ons wat takken afhakt om langs de kant aan wal te gaan. De boot met motor kunnen wij gerust achterlaten blijkt. Alleen de benzine wordt meegenomen. Vanuit daar lopen wij 3 kwartier naar het eerste groepje huizen. Ik maak mij best een beetje zorgen, boot kapot en ik begin in te zien dat er echt helemaal niets is op dit stuk land. Het is geen eiland, het is een afgesneden van het vaste land door mangrove en moerassen. Dus alleen per boot bereikbaar. Dus er is geen markt. Er is niets te koop. Er zijn geen goede huizen, er is niet eens een put! Dan zegt Carlos mij iets wat mij altijd bij zal blijven: Gusta de problem. Dat is wat mijn vader zij. Bu ka gusta de problem? bu na by. gusta de problem? trabaju! Problema teng, trabaju teng. Komt neer op: houd van problemen want als er problemen zijn is er werk/uitdaging. Dat heeft mij vaak op de been gehouden.


Wij komen dan aan bij een groepje huizen waar een man woont die onze booteigenaar kent. 'Botje' maar het is een beer van een kerel. Wij vragen of we mogen blijven slapen en dat vind hij goed. Wij lopen dan nog eens 1 uur door, naar het huis van Dario. Dario (Italiaan) was een goede vriend van mijn vader. Hij heeft 2 huizen en een school gebouwd op Caiar. Zijn vrouw gaf daar les, en heeft een boekje geschreven over de geneeskunde op het eiland. De windmolen die als waterpomp werd gebruikt is er nog. Maar werkt uiteraard niet meer. Van de huizen is niet meer over dan de fundering.


Allen de school staat er nog en word zelfs nog gebruikt. Scholen in Guinee Scholen in Guinee, zijn er heeeel veel. Zelfs midden in het oerwoud is het beste huis wat er te vinden is een school! Er zijn ongelofelijk veel scholen ik schat wel 2000. Maar er zijn nergens leraren te bekennen. Ook in Gabú zijn er scholen. Kinderen komen er ochtends omdat de moeder het huis gaat schoonmaken. Maar de leraar, als die er al is, is een man die analfabeet is. Het is meer een soort opvang. Als het gebouw wat 'school' heet ook echt gebruikt word. In Gabú zijn 2 scholen die werken die van Unicef, en die van SOS. In Bissau zijn meerdere goede scholen voornamelijk particulier, maar in de buitensteden is het idem dito slecht. Maar dan komt probleem 2, er zijn geen vervolgopleidingen. Ik ken een jongen, Hamma van 14 die formules buiten haakjes kan werken, en Engels kan. Maar hij geen idee heeft wat ie gaat worden. Hij kan ook niets worden. Er worden nog wel eens kinderen naar het buitenland gebracht voor een studie daar. Kansloos als het maar kan zijn. 5 jaar in een land dat je niet kent. Wat je eerst wel wilt, maar waar je eigenlijk helemaal niet wilt zijn, maar dan wel moet. Zo zijn jaren geleden veel mensen opgeleid in de USSR. Wat je nu ook nog kan merken. En de gene die echt slim zijn, die blijven in dat land. Het lijkt o zo leuk, geld geven voor een school in een arm land. Er komt zo veel meer bij kijken. Caiar (dez hollandaises).


Omdat het donker wordt zijn wij terug gegaan naar het huis van Botje, de grootste van de huizen in de ongeveer 20 commune's op het eiland. Als wij het omheinde terrein binnen lopen en langs de fugarelo's (BBQ's) van klei langs de casa de baka's (huis van de koeien, waar constant rijstschillen smeulen om de koeien wam te houden zodat ze terug komen ‘s avonds) lopen, zitten daar tot onze schrik de 10 Nederlanders! Ze zijn 2 uur later dan ons aangekomen en zitten aan een bakkie thee. Ze hebben het hele huis van Botje ingenomen. Alle bedden zijn bezet. Ik slaap met Carlos en de boot eigenaar op een 2 persoon 'bed'. Met 6 kinderen op de grond in de kamer. De andere inwoners slapen bij buren op de grond enz. Ik ga even bij de 10 zitten en praat over mijn ervaringen. En zij over de hunne. Ik voel mij niet op mijn gemak maar eet toch met ze mee. Daarna ga ik toch maar weer bij Carlos zitten en voel mij beter tussen botje, Carlos, de booteigenaar en wat andere. Ook al versta ik maar de helft en lachen wij vaak omdat ik niet goed Creools spreek. Dan vraag ik mij weer af, ben ik nou een Nederlander? Ik voel mij op dat moment meer Guineer. Maar heb een leuke avond zonder mobiel bereik, zonder licht. Maar met muggen.


De volgende ochtend ben ik nog voor de zon op. Buiten zitten dan al mannen. En vrouwen worden rustig wakker. De een gaat vegen, de andere water halen. Carlos is altijd vroeg wakker en wij gaan kijken hoe de mensen water halen. Hij denkt een beetje als mij, dit kan beter en als we dit nou een aanpassen zodat dit beter gaat, zoals bij de tv van de 3 vrouwen in Catio. Er zijn een paar oude pompen op Caiar, maar allen werken ze niet. Vooral door slecht onderhoud. Maar we vinden er 2 die te repareren zijn en leggen mensen uit hoe. De ene is half ingestort. En heeft daardoor geen debiet meer. Maar als men rond de punt een gat graven is er weer debiet, de mensen vinden het water troebel maar dat komt omdat het lang niet is gebruikt. Uiteindelijk zal er schoner water uit komen dan de beste 'jagu de bibi' (water om te drinken) op het eiland. Er zijn nu zo'n 5 gaten waar water om te drinken uit word gehaald. Maar die hebben natuurlijk een debiet van 5 emmers. Het zijn gewoon gaten die als je ze dieper graaft instorten, als die 5 emmers eruit zijn gehaald moet je een uur wachten tot je er weer 5 emmers uit kan halen. Vooral nu de Nederlanders er zijn, zijn vrouwen de hele dag bezig met water sjouwen. Ik schat wel 20 meisjes die met 25 liter op hun hoofd heen en weer lopen. Meisjes zijn hier een kwart van hun leven kwijt aan het halen van water.


Als de eigenaar van de boot wakker is gaan wij naar de boot, om de schade goed te bekijken. Onderweg spreken wij uiteraard wat mensen. En komen zelfs een betonnen huisje tegen, een bekend groen en turkwaas huisje van Sauoede (miniserie van gezondheid). Wij vragen of er een sleutel van is, maar die is er niet. Ook de mast (zie foto) is zo geplaatst dat als die neer gelaten moet worden, hij boven op het huisje terecht komt. Een huisje wat minstens 400.000 euro moet hebben gekost. Iemand weet iemand die iemand kent die gereedschap heeft!
Na al 3 uur aan het lopen te zijn krijgen wij een doosje met 2 kromme verroeste schroevendraaiers en een klein verroest tangetje. Maar het is beter dan niets en wij lopen dan naar de boot. De motor wordt door de blubber tot de knieën naar de kant gebracht en wij kijken ernaar. Iedereen weet het probleem en Carlos weet er goed mee om te gaan. Rustig wacht hij af tot ze er niet meer uit komen en neemt dan initiatief. De bouten die er in zitten moeten er uit, maar dat is niet makkelijk met het gereedschap wat wij hebben maar 2 uur later zijn ze er uit. Als wij dan het gereedschap terug brengen zien wij waar het gereedschap voor dient. Op het eiland wordt veel rijst verbouwd, en het heeft zoon rijst pel machine! De uurtjes dat die werkt komen dan ook enorme bakken met rijst op de hoofden van vrouwen aan gesjouwd. Dit dorpje zien wij nog vaak terug.


Dan gaan wij naar het strand, het befaamde strand van Caiar. Ik heb veel mensen erover gehoord. Maar er zijn er maar weinig geweest. Ik dacht dat het in de buurt was maar het blijkt 1 uur lopen! Ik had mijn handdoek al op mijn schouder. Ik ben dan ook blij als een kind als wij het strand op lopen, maar het water is niet te zien! Het water is zeker 300 meter terug getrokken. Carlos vertelt mij dat het net een uur aan het vloeden is. En dat als ik nu naar het water loop, het water sneller bij het strand is dan ik kan lopen! Toch ga ik erin! Als het water opkomt is het maar 1 meter dus verdrinken zal ik daardoor niet. Guineeres kunnen niet zwemmen ;). Tot mijn grote schrik,, als ik terug loop, zie ik in de verte, 10 Nederlanders. Wij gaan er heen, en installeren ons naast de Nederlanders bij de Guineeers die voor thee/koffie en eten zorgen voor de Nederlanders. Ik loop het water in naar de Nederlanders, maar krijg weer geen aansluiting. Als ik terug kom op het stand ga ik ook gewoon met Carlos tussen de guineerers lol maken. Beetje lullen, zandkastelen bouwen met de kinderen, handstand oefenen met de jongeren. En praten over tempo de Martje met Carlos en Botje.
Dan word een kind gestoken. Het huilt niet, maar heeft een opgezwollen enkel. Het dier, een rog wordt meteen gevangen en Carlos laat mij zien dat die een weerhaak angel heeft achter zijn staart. Het kind zal 1 maand niet kunnen werken. De rog wordt natuurlijk op het vuur gelegd. 'het is ook zijn water', zegt een Nederlander als ik ze waarschuw.
Ik moet wel zeggen dat ik respect heb voor Paul, hij heeft hier 3 jaar gewoond, primitief en onderdanig. Ik denk niet dat ik dat zou kunnen. Hij heeft een boek geschreven 'op zoek naar anderen' Project 'de waterkruik' De 10 Nederlanders zijn hier met een 'doel'. 12 water silo's bouwen. Paul Akkerman heeft een stichting die om de 2 jaar met Nederlanders van die silo's komt bouwen in zuidwest Guinee. Het zijn silo's van ongeveer 1,5 meter. hoog en 1 meter diameter. De bedoeling is dat in het regenseizoen de deksel erafgaat en het water erin komt, dan als er water schaarste is kunnen mensen daar uit drinken. Ik en Carlos zijn erg benieuwd naar de werking van die dingen. We zien ze overal het zijn er wel 120! Na wat rondvragen is onze conclusie. De Nederlanders zijn hier meer voor zichzelf. De kennis van Carlos waar mijn auto wordt gestald in Catio heeft ook zo'n deposito. Bij die van hem loopt het water er net zo snel weer onderuit. Verder horen wij over problemen met de filter die er in zit. En het probleem om er water in te krijgen. Want de deksel is zwaar en de regen vult lang niet die 1500 liter. Maar er zijn er een paar die worden gebruikt, en ja, sommigen gebruiken liever dat ding dan dat ze een stuk moeten lopen voor water. Maar, in Catio bijvoorbeeld staat een immens grote watertoren door Nederlanders gebouwd in tempo de Martje, waar de generator en pomp van kapot zijn, maar het water netwerk is er nog. Die is met een fluit en een scheet (relatief) gerepareerd. Ook zijn er 2000 liter tanks te koop compleet met stellage om die op 3 meter hoogte te plaatsen. Paar leidingen en er is zelfs druk op het water. En dan worden er dus 10 vliegreizen betaald vervoer, eten noem maar op, voor 12 van die deposito's. Ik wil niet zeggen dat het slecht is wat ze doen. Want ze helpen mensen heel erg met het kopen en uitgeven van geld. En sommige deposito's hebben nut. En ik zou niet kunnen wat Paul doet en heeft gedaan. Respect! Maar ik hoop dat zij door hebben dat ze vooral zichzelf helpen, net als ik dat doe hier. Caiar 3.


Als ik verbrand terug loop van het strand lopen wij langs het huis van Dario. Dat is de enige plek waar harde grond is, het cement van Stenaks van de fundering. Daar slijpen wij bouten. We maken een punt aan de bouten zodat ze in de ster van de schroefas vallen en zo meer kracht kunnen overbrengen. Het duurt een eeuwigheid maar het lukt. Na het eten gaan wij weer naar de boot en zetten de schroefas vast. Maar het water is al weer aan het wegtrekken en dat betekend dat er stroming richting de oceaan staat op de rivier en het laatste wat we willen is stil vallen op die rivier. Dus ik, Carlos en de booteigenaar blijven tot het begint te schemeren in het bootje zitten en maken grapjes met de vrouwen aan wal die rijst los slaan uit de stengels. Problemas teng, muto beng (er zijn problemen, heel mooi(maar het rijmt)). Dus wij slapen nog een nacht bij Botje. Mijn water is op, mijn sigaretten zijn op, mijn batterijen van mijn camera zijn op. Kleren zijn vies, ik heb alleen mijn Guineese slippers mee, geld is op, ben verbrand, er is geen mobiel bereik. Onze hoop is dat de motor het doet morgen. Dus als een echte Guineer zit ik die avond waraga te drinken op een stuk gehold hout op een moeilijk bereikbaar stuk land in een van de armste landen op de wereld. Maar ben gelukkig! Ik maak mij geen zorgen, waarom weet ik nog steeds niet. Wij krijgen te eten van Botje slapen in zijn huis en alles wat ik hem nog kan geven is een knijpkat lamp die ik mee heb. Maar zelf zonder dat, ben ik welkom.


De volgende morgen om 6 uur is het vloed. De eigenaar van de benzine (slaapt in een andere commune en hebben wij tijd niet gezien) zal gaan kijken of de boot werkt, dat hebben wij hem via een jongen die toch naar dat dorpje ging laten weten. Als het niet zou lukken zou hij ons wakker maken. Dus om 6 uur ‘s ochtends word ik wakker gemaakt. De benzineman heeft een andere motor geregeld! Hij had vanochtend bereik met een 'arriba' telefoon en hij gaat bij een andere rivier een vriend opwachten die een andere motor komt brengen. Wij (vooral Carlos) weten wel hoe dat gaat, (het is lang niet zeker dat die motor het doet als die al komt, en het dan nog het goede tij is enz.) dus wij lopen met hem mee, om dan met degene die de motor komt brengen zo dicht mogelijk bij Catio uit te komen ofzo. De man staat al klaar met een kruiwagen. Carlos zegt mij dat het minder ver lopen is dan dat wij de dag ervoor hebben gedaan, naar het strand, Dario en 3 keer naar de boot. Dus wij vertrekken nog voor de zon op is. Mijn batterijen zijn op! En juist nu zie ik het mooiste van Guinee! Van de wijde velden, tot dicht oerwoud van palmen tot rijstvelden. Er is niet echt een weg, het is meer lopen over paden die de rijstverbouwers gebruiken (soort heuvels), door paden door het oerwoud tussen dorpen (soms met scholen :P)

Net als je denkt dat het niet gekker kan.

Weekje wat een weekje. Er is weer erg veel voortgang geboekt met het netwerk in Gabú.

In het weekeinde worden we lastig gevallen door werknemers van Electro Solar. Ze willen werken! :D

Het weekeinde is er ook carnaval, iets anders dan in Nederland, maar carnaval blijft carnaval.
Dus optocht en zuipen. Ik ga kijken bij de optocht en word paar keer gebeld of ik niet naar de barrakas wil komen. De barrakas zijn een soort rieten stands, soort marktkraampjes. Maar dan zijn het er ongeveer 800! Allemaal verkopen ze hetzelfde alleen iets anders, eten en drinken. Dus kip, vis, geit, varken en koe. Bier en fris.
Carnaval in Bissau duurt dit jaar 1 hele week! Ik kan mij niet voorstellen dat iemand het zich kan veroorloven om 7 dagen lang eten en drinken bij die barakkas te kopen.
Ik ben trouwens wel bij één barak geweest. Die van Satu, een werknemer van Reinder en zus van Awa (vrouw van Reinder). Die eigenlijk zo veel last van dr rug heeft dat ze soms niet kan werken en geld voor een fysioloog krijgt, altijd een ander vriendje heeft vaak tot laat weg is en laatst een kind geadopteerd heeft. Zij heeft zo'n kraampje, met een fugarelo, soort BBQ. En bier, dus wij gaan na werktijd even een biertje bij haar halen. Maar ook snel weer weg van die chaos.

De optocht is leuker, niet met praalwagens, maar met dans en maskers. Verschillende groepen laten zien wat ze kunnen. De een met een dans de ander met een ritueel. Vanuit alle dorpen en steden zijn de groepen gekomen vandaar ook dat er 3 dagen achtereen optochten zijn. Het is ook een soort wedstrijd want de beste wordt gekozen door de president van carnaval.

Terwijl ik sta te kijken wordt mijn telefoon gestolen! Dus voor deze laatste dagen heb ik een nieuw nummer.

Dinsdag ga ik weer naar Gabú. (omdat maandag de weg onbegaanbaar is vanwege carnaval) Daar aangekomen beginnen ik en Reinder aan het middenspannings net. Ondertussen worden ook de huisjes schoongemaakt, bomen omgehakt en kabelmasten gerepareerd. Er is een ondergronds middenspannings (6 kV) ring tussen 4 huisjes. 1 huisje staat apart in ster. In de ring zijn 2 kabels kapot. Een heeft een 1 fase naar aarde sluiting en de ander een soort halve fase-aarde sluiting. Onze werknemers weten ons te vertellen dat 1 kabel ooit is gerepareerd, en de andere is geraakt bij het boren naar water voor een put. Mensen weten hier alles!

Terwijl wij bezig zijn met werken, ik ben bij transformatorhuis 'Igracia' (kerk) midden in de stad aan een soort plein bij de markt. Reinder is in de buurt een kapotte paal aan het bekijken. Ik ben net een paar lastscheiders aan het omzetten als opeens iedereen richting het plein rent. Ik ga kijken en Reinder komt ook aangerent. Reinders auto is gestolen, maar daar is het niet mee gezegd. Bij het stelen (midden op de dag met iedereen erbij) is de dief in volle vaart achteruit over de markt heen gereden en heeft daarbij een man op een motor geraakt. Die wordt dan afgevoerd naar het ziekenhuis met gebroken benen na het lijkt. Later hoor ik dat de man met kneuzingen naar huis is gegaan, maar röntgenfoto's kunnen ze hier niet maken.

Reinder gaat dan natuurlijk naar de politie. Ook al willen veel mensen dat ik met mijn auto ga zoeken. Maar dat wil Reinder niet. En... weer een Jan Actie, Ik heb de deur van het trafohuisje dicht gedaan omdat mijn megger en multimeter erin lagen en het een drukte was. Maar de sleutels zaten er ook in: S... dus ik ben eerst een half uur bezig met het open maken van de deur voordat ik de sleutels weer heb. Dan heeft de politie al alle grens posten gewaarschuwd. Een gevolg van ons aanzien en discreet handelen, en betalen van onze wachten. Daardoor komt binky Mussa en Cesar even later naar mij toe rennen. 'Gaan gaan gaan' zeggen ze. Dus ik stap in de auto. Ik begrijp dat de auto van Reinder is gevonden. Maar als ik Reinder bel, zegt hij mij te wachten. Even later rijd hij met de politie naar Bafata. Net voor Bafata heeft de alvandica (douane) een blokkade gemaakt met een vrachtwagen. Daar is de auto tot stilstand gekomen en de man, een Nigeriaan, gearresteerd. Reinder krijgt zijn auto terug en heeft een paar deuken en een kapot raampje achter. En natuurlijk is Reinder de auto 3 dagen kwijt en is zijn werkdag verpest. De Nigeriaan echter heeft geen papieren, geen familie, en een groot probleem. Politie is hier niet zo zachtaardig (wordt gewoon hard geslagen) als in Nederland. En als je hier geen familie hebt als je in de cel zit moet je dus eten wat de politie je geeft (weinig-nix), maar goed hij is dan ook illegaal in Guinee, en dat is raar. Want je bent heel diep gezonken als je dan hier terecht komt!

Nu ben ik in Buba, op weg naar Catio. ‘s Ochtends is Carlos vanuit Bissau naar Gabú gekomen van daaruit zijn wij rond 2 uur naar Buba vertrokken en zijn hier rond 5 uur aangekomen.
Een mooie trip, over een voor mij onbekende weg, asfalt. Over een brug, met erg snel stromend water. Erg mooi. Carols vertelt dat het water in het regenseizoen vele malen harder stroomt hier. Wij praten veel over mijn vader. Dat die met een Renault 4 door Guinee heen is geweest om alles te zien. Hij heeft ook op diezelfde brug gestaan.
Wij lopen tot het donker door Buba, het huis waar Reinder 3 jaar heeft gewoond, de kerk, school, het is een klein dorp met ongeveer 4000 inwoners. De asfalt weg vanuit Bambedinga en Gabú loopt hier dood tegen een rivier. De weg is de levensader van het dorp de stad is er dan ook om heen gebouwd. Net voor het dorp is een kruising vanuit Gabú is links Catio en rechts Bolama. Vanaf hier zijn er alleen nog maar erg slechte wegen.

Wij eten na het douchen (emmer) bij kennissen van Carlos. Zonder dat ik iets heb gemerkt is hij uitgenodigd en ik dus ook.
Bij het bedrag voor dit hotel zit 2 uur stroom inbegrepen. Van een kleine Chinese grasmaaiergenerator. Dus ik zit even achter mijn laptop, terwijl Carlos tv kijkt op ons 2 persoon bed.

Tot nu toe al een leuke trip, morgen gaan wij door naar Catio over eenzand weg. Daar eten wij bij kennissen van Carlos en gaan dan met de kano, als die vaart dan, naar een eiland waar mijn vader heeft gewerkt. Ik ben erg benieuwd.

(dit verhaal heb ik al eerder geschreven, ik heb nu Internet. En ben bezig met het verslag van de afgelopen dagen onder anderen over het eiland Cajar. Ondertussen zal ik foto's uploaden, gezien ik genoeg ruimte heb gekregen. Bedankt daarvoor! En natuurlijk voor de reacties. Geeft moed, ook voor deze laatste paar dagen.)

Weekje, wat een weekje.

Met de verjaardag van Reinder in het achterhoofd, en 'DE' sleutel in de zak. Vertrekken ik en Reinder in onze auto's vroeg naar Gabú.

Daar wacht ons een druk schema. Met als kick-off: de generatoren.
De 380 kVA Generator is aangekomen in Gabú.
Maar nu moeten beide generatoren geplaatst worden.
Er is een soort van mobile kraan aanwezig in Gabú, op hetzelfde terrein als de 175 kVA generator staat. Van een bedrijf 'ENAFUR', een door China gefinancierde water putten aanleg bedrijf dat een paar putten heeft kunnen slaan voor de oorlog, en toen vrij weinig meer heeft uitgevoerd. Nu onderhouden zij de 30 water aansluitingen in Gabú
De 175 kVA generator is een Caterpillar door Olympian in een geluidsgedempte kast gepropte Perkins motor met Stamford generator. De Perkins heeft een blok dat word gebruikt tot 380 kVA, en heeft geen poespas. De set is 1500 toeren, en heeft een diesel tank van zoon 1350 liter. Met een belasting van 50% lust die zo'n 25 liter per uur. Veel verder kunnen generatoren hier niet belast worden. Ook al zijn het tropen generatoren, ze lopen snel warm.
De 380 kVA generator is ook een Perkins motor met Stamfort generator. Dit is een open generator op een frame. Met een soort ingewikkelde dubbele turbo. Zoals gewoonlijk word de inlaat geperst door de uitlaatdruk. Maar dan gaat deze lucht door een soort warmte wisselaar om water te koelen. De verwarmde lucht gaat dan door een aparte radiateur, en door naar een 2e turbo. Een erg mooie implementatie van theorie. Denk alleen al aan de dimensies van de buizen en aanjagers.

Wij gaan meteen na aankomst langs bij ENAFUR. Wij spreken de directeur in zijn mooie kantoor. Wij maken hem duidelijk dat wij zaken komen doen. Wij hebben de generator al die tijd kosteloos mogen stallen op hun terrein en nu willen wij de kraanwagen gebruiken. Maar hij stelt voor wat diesel te kopen voor de wagen, en dan mogen wij die wel gebruiken.

Net zo als alles hier; je kunt geen zaag lenen, maar wel iemand voor je laten zagen.

Dus de chauffeur en zijn knecht gaan de vrachtwagen controleren. (het is inmiddels al 2 uur later). Zij komen er dan achter dat de koppeling, die een maand eerder is vervangen, kapot is. Net als bij mijn auto, alleen is hier de slave kapot. Omdat Reinder wel weet hoe het hier gaat, stelt hij voorzichtig voor de onderdelen te betalen. Omdat de reparatie zelf geen probleem is, maar het geld krijgen wel. Maar we kunnen ook niet zomaar de onderdelen gaan halen, omdat dan gedacht word dat wij een onderhands afspraakje hebben met de chauffeur. Wij zijn rond 10 uur aangekomen in Gabú en om half 5 is de vrachtwagen klaar. Net voor het donker is om 7 uur, staan allebei de generatoren op hun plek. Dat is kenmerkend voor het werken hier. Het werk zelf is niet het probleem.


Het plaatsen van de generatoren gaat chaotisch. De vrachtwagen chauffeur is al bezig de 175 kVA op zijn wagen zetten maar die is niet stabiel genoeg voor de wegen stellen wij. Dus wij gaan eerst de 380 kVA plaatsen. De 2 vrachtwagens rijden sneller dan ik in mijn auto naar de centrale. Met een hijsoog in de lucht rijdt de kraan tot die goed staat. Het blijkt dat de rare manoeuvres nodig zijn omdat de stempels aan 1 kant niet werken. In de stand die de kraan aanneemt kan die 4,9 ton tillen, dus wij zijn gerust. Wij kunnen slechts kleine essentiële aanwijzingen geven, we moeten de mensen in hun waarden laten. Wat deuken en krassen horen erbij.

De 380 kVA word op 2 stalen H balken gezet om later verder over geschoven te worden. En er zal dan een degelijk huis met geluidsdemping worden gemaakt. Racen de wagens naar ENAFUR om de 175 kVA op te laden, wat weer met wat deukjes goed gaat.
Die zetten wij direct bij een van de transformator huisjes. Pal op de stoep.

Bij de kerk, Igrecia. Er was een markt tegen het huisje aangegroeid, die rigoureus is verwijderd, zonder tegenstribbelen. Wij trekken weer veel bekijks en het is een mooi gezicht.

De volgende dag kan het feest dan echt gaan beginnen. Er is op de radio omgeroepen dat wij nu echt gaan beginnen en dat alle andere kabels uit de palen moeten. Dat verantwoordt hier dat wij, gewoon spanning kunnen zetten op het net. Dus wij koppelen de secundaire kant van de transformator los en sluiten de generator er op aan. Met C16 automaatjes overbruggen wij de 250 A/100 A automaten (disjonkteuren). En schakelen ze een voor een in. Zoals valt te verwachten gaan ze niet allemaal aan. Er zijn 3 groepen van 3 fasen. Een groep doet het helemaal niet (aardsluiting). Hier staan twee 100 A automaten parallel. Zo deed het ministerie het dus. Een groep voor het centrum heeft een fase-fase sluiting, dat merken wij omdat als we L1 en L2 inschakelen, L1 tript. En andersom. De laatste groep heeft een fase-fase-fase sluiting.
Iedereen is enthousiast en rennen meteen naar het centrum om met een lamp (meters en spanningsvoelers vertrouwen ze niet), te kijken of er 'licht' is. En jawel. (tuurlijk). Ik blijf achter om de stromen in de gaten te houden en via contact met Reinder kijken wij welke groep waar uitkomt. Want zelfs dat was ons onbekend. Dus door een sluiting te maken zien wij welke automaat tript op welke groep.
Op een rustig moment als Reinder nog door de stad loopt praat ik met twee van onze elektriciens (ik doe niets zelf geef andere opdracht, deze aan deze uit hier de stroom meten daar de spanning). En leg hun het probleem van de sluitingen uit. Dan snapt Abdoe het en trekt mij mee naar mijn auto, ik rijd op zijn aanwijzing naar een huis, daar lopen 2 ongeïsoleerde kabels vanuit de paal naar het huis en zijn een slag gedraaid. Als wij die losknippen, is de sluiting uit groep 1 weg. Als we terug komen en Abdoe het in veel beter Creools tegen zijn collega Janco uit wat ik bedoelde. En die wijst ons een straat waar de bomen door de kabels lopen. En waar ze tegen elkaar aan komen. Dus ik laat meteen de messen ophalen en de bomen kappen. Nog geen uur later zijn de 4 bomen zo gesnoeid dat de kabels vrij zijn. En de sluiting is weg. Al met al een drukke dag.

De volgende dag gaan wij naar de wijk Lambala, de overgebleven groep. Daar komen wij tot de conclusie die ik al eerder had gemaakt. Er moet veel gesnoeid worden. Dus alle messen worden opgehaald en ladders. Ik ga met Abdoe en Yaya, een boom in. Kappen maar. Als wij klaar zijn, en de wijk doorlopen tref ik een ravage, alsof Rambo boos is geworden. Wel 20 bomen voornamelijk mango, zijn totaal gekapt. Er zijn hier en daar nog bomen die afgemaakt moeten worden voor de toekomst en regenseizoen, maar dat kan later. Wij zetten stroom op Lambala. En jawel geen sluiting en een paar ampère. Dus wij gaan door de wijk naar het einde van de kabel om te kijken of de spanning ook echt aankomt.
Ik heb een cat 4 spanningsvoeler, zo'n ding dat oplicht zonder direct contact te maken, maar dat vertrouwt niemand. Dat kan toch niet zeggen ze, ook de meter van Reinder moet gecontroleerd worden met een geprepareerde lamp met 2 draden. Ik kan het niet laten om soms, al voor ze met de lamp een bewoner informeren dat die binnenkort stroom kan kopen, met de spanningsvoeler te laten zien dat er spanning is. En na verloop van tijd vertrouwd Abdoe mijn spanningsvoeler. Ook Reinder gelooft er na een tijdje in. Ik moet wel hameren dat hij ook op gelijkstroom en kleine spanningen reageert en dat controleren met een meter en liefst met een dissel belangrijk is. Maar het is al te laat, ik ben mijn meter kwijt, hij is verdwenen in de borstzak van Reinder. Waar ik hem tactisch 2 dagen laat zitten.

Al lopend horen wij door de radio's op de veranda's, 'Lus na bin Lambala!' hier hebben niet de muren monden en het zand de oren.

Wij zijn erg tevreden met het resultaat, het gaat sneller dan gedacht. Veel van de originele huis aansluitingen zijn intact ook al zijn ze er slecht aan toe. En veel van de illegale verbindingen zijn los. Alle kabels zijn goed, het verlies is normaal.

De laatste 2 dagen zijn wij voornamelijk bezig met het schoonmaken van de generatoren en transformator huizen. Het plaatsten van huisnummers en straatnamen conform ons plan, wij schilderen op de huizen met sjablonen eerst een huisnummer met daaronder een R van Rua met het straatnummer. Alleen de huizen die een originele aansluiting hebben en gevoed kunnen worden uit het transformatorhuis bij de kerk krijgen nu een nummer, later komt de rest. Het kappen van de laatste bomen. En het aanpassen van de kaart met kleine zijwegen die dan nummers krijgen als 13A.

Electro Solar is Rua 13 casa 3.

Wij besluiten vanwege carnaval tot dinsdag te wachten met de verkoop van de meters. Queba houd een monoloog van een uur op de radio over wat de gang van zaken is.
Carnaval is in Guinee uitgegroeid tot een week lang (excl. Proloog en slot) zuipen en eten. De hele binnenstad van Bissau is niet meer toegankelijk voor auto's en alles is dicht, politie onderbezet, het ziekenhuis op halve toeren, verder is iedereen bij de baraken zoals de eet/zuip hutjes heten die zijn neergezet.
In Gabú hebben wij er minder last van gelukkig, maandag is alles dicht maar dinsdag werken veel mensen weer, het belangrijkste de bank.

Zo hebben wij een zeer intensieve week achter de rug. Ik ben uitgeput mede omdat ik de chaos een paar keer leidingwater heb gedronken, en dus beetje ziek ben. Toch opmerkelijk, leidingwater in Gabú is beter dan het putwater dat iedereen drinkt. Maar ik word er ziek van. Dus ik ga weer aan de zakjes en flessen water. En ben nu al weer redelijk opgeknapt, nu ik wat meer slaap en rust heb.

Ook al ben ik dit weekeind in Bissau wel bezig. Elektrische schema's maken, foto's uitzoeken. En ik ben aan het bedenken wat ik allemaal mee moet hebben naar Nederland.
Want,, ja, nog 4 weekjes (A).

Nu mijn auto hier is en goed werkt. En ik beetje Creools spreek. Kan ik een beetje met Carlos praten. Carlos is een werknemer van Reinder bij Stenaks, en heeft samengewerkt met mijn vader 20 jaar geleden. Ik wist inmiddels dat hij in Catio heeft gewerkt, en had al helft besloten daar eens een weekeind heen te gaan. Onderweg naar Bissau brengt Reinder een idee naar boven. Als je nou eens met Carlos daarheen gaat.

Daar heb ik natuurlijk op gehapt, door Reinder ga ik volgende week vrijdag op vakantie!

Vrijdag komt Carlos naar Gabú, vanuit Gabú gaan wij dan naar Buba (+/-200 km á 5 uur). Waar we overnachten. Vanuit Buba dan door naar Catio (50 km á 2-4 uur afhankelijk van het vorige regenseizoen) vanuit daar kunnen we naar alle plekken waar mijn vader is geweest, heeft gewoond en gewerkt inclusief een eiland (caiar, per kano) waar hij met een Italiaan heeft samengewerkt volgens Carlos. Dan wil ik ook nog naar Bolama de oude hoofdstad op een eiland (per kano). Ik heb er heel veel zin in! Word een speciaal weekeinde. Om nooit te vergeten.
Ik ben daarom ook op zoek naar informatie over waar mijn vader heeft gewerkt en wat hij daar deed. Waar die foto is gemaakt van ons in het water en ik met een ander kind.
Ik weet nu dat mijn vader in de buurt van Catio heeft gewerkt. Dat hij daar een boot met duwbak of zo bevaarde. Met bouwmaterialen over de rivieren. Dat hij dus bouwmaterialen heeft geleverd bij een Italiaan. En dat hij in een groot huis woonde. Ik weet verder werkelijk niets. Waarom weet ik nu wel ongeveer.
Als iemand iets weet over het verblijf van mijn vader in Guinee, alle informatie is meer dan welkom!
Bedankt ook nog voor alle reacties die ik nog steeds krijg. Ik had niet gedacht dat ik jullie mij nog steeds af en toe volgen. Bedankt!

Groet van een door Guinee gebruinde (letterlijk en figuurlijk) Jan.

Al het goede komt tegelijk.


Mijn auto is eindelijk klaar! Maar het heeft wat gekost (letterlijk en figuurlijk).

Vanuit de douane in Gabú ben ik naar Bissau gereden. Er moest een douane beambte naar Bissau, en die moest ik meenemen. Ze noemen het een escorte. En hij verdient er ook wat mee.
Ik vind het wel handig, want bij alle douane en politie posten kunnen we na een gesprekje doorrijden, zonder kenteken, zonder papieren. 3 uur later komen wij in Safrim. Een stadje net voor Bissau, waar een grote douane/politie post is. Daar ontmoet ik 'Loise' de disperciant (ambtenaar die import verzorgt). Een opgewekte man, die precies weet wat hij doet. Zijn manier van lopen, kijken en ademen is er om de politie en douane tevreden te stellen.

Mijn escorte stapt hier uit, en net als ik weg wil rijden achter loise aan, word er om mijn paspoort gevraagd. En of ik de achterbak los wil maken. Zodra ik begin te zoeken en hij loise ziet aanlopen. Vraagt hij opeens naar sumo (frisdrank), ik zeg hem dat ik alleen water heb. Nou geld is ook goed, maar dat heb ik niet. Nog even paar keer wat dingen van mij proberen maar als loise bijna bij mijn auto is verdwijnt hij.

Met mijn auto in Bissau kan ik nog niet veel. Alle papieren moeten worden geregeld. Loise gaat aan de slag.

Woensdag was er dan opeens een telefoontje van Queba. Hij had weer met de minister gebeld.
Eerder al had het ministerie aangeboden de sleutel te lenen, maar dat is geen oplossing. Dus nu heeft Queba geregeld dat wij de sleutel gewoon krijgen. Maar dat is al 4 keer eerder gebeurd, maar niets van gekomen. Dus met redelijke hoop gaat Reinder naar het ministerie (Queba zat in Gabú). Maar daar krijgt hij te horen van de DG; dat wij nog geen licentie hebben voor het verkopen van energie. In westerse oren logies. Hier een truckje. Er bestaat hier niet zoon licentie, wij zijn de eerste die het als voorziening gaan doen. Maar de DG kan wel zoon licentie in het leven roepen. Dus Reinder druipt af. Wat die DG en staatssecretaris allemaal verzinnen om ons tegen te werken is onvoorstelbaar.
Dan belt Queba opnieuw met de minister, en nog geen uur later krijgen wij het bericht dat de minister naar Gabú komt, en wel morgen!
Dus ik en Reinder schieten in de auto,( helaas is mijn auto nog niet klaar). En rijden s'avonds naar Gabú. Onder weg begrijpen wij dat niet alleen de minister maar ook de staatsecretaris en DG meekomen. In Gabú wordt duidelijk dat er nog 12 man van het ministerie meekomen. En de minister heeft gevraagd om mensen op te trommelen als een soort plubliek. Niet alleen omdat hij van aandacht houd, maar om zijn eigen personeel DG en staatssecretaris onder druk te zetten zodat die niet op dat moment nog iets kunnen verzinnen. Dus met hulp van Edu is Electro Solar de hele avond het gesprek op de radio, onze muziek, ons doel, het verhaal van de bureaucratie, onze werknemers, en Queba word helemaal in de spot gezet, iedereen ken hem, althans. Op een moment wordt er aan de luisteraars gevraagd waar Queba vandaan komt, alles komt binnen, Japan, Angola e.d. maar als het goede antwoord 'Nederland' valt. Gaat het door wat deed hij in Nederland,, ook weer de gekste antwoorden. Deputado, (kamerlid), socioloog. Maar goed, Electro Solar krijgt aandacht en wij verwachten zeker 100 man voor de volgende dag. Dan is het zover.
Donderdag 4 februari, de minister zou om 10 uur komen dus wij staan vroeg op. Het plubliek werd opgeroepen om 11 uur aanwezig te zijn. Dus dan komen ze rond 1 uur tegelijk aan.
Ochtends staan we vroeg op en gaan alles regelen. Wij lenen het stadshuis voor de bijeenkomst en diner. Ik rij met Edu rond om van alles te doen, 2 geiten kopen, kok ophalen, kok afzetten bij marktkraampjes en later met tassen vol weer ophalen, dozen bier kopen, friesdrank, stoelen. Het wordt een flink feest heb ik het idee van.

Als de minister met 5 auto's aankomt, gaan wij allen in het stadshuis zitten. Na 5 min al word er een document ondertekend, Dat is al eens gedaan, maar hoort erbij. Dan houden Queba en de minister beide een lang verhaal, paar andere hebben ook nog wat te zeggen en dan vluchten we uit het benauwde huis. Als een speer vertrekken wij naar de grote onderverdeelstation dat er nu erg mooi uitziet. Met een grote diesel tank, huisjes en geschilderde muren. Iedereen loopt een rondje en praat wat. Het gaat allemaal erg snel, de minister is een heel, pragmatisch zal ik het beleeft noemen.

Ik sta erbij en kijk erna, ik geloof mijn ogen niet. Wat een vertoning, bescheidenheid is er niet bij, de minister eist een soort status, net als de anderen, allen naar hun rang.

Dan brengen we een bezoek aan ons kantoor. Waar wel 200 man staan te dansen muziek maken en zingen. Een gaos, de minister gebruikt onze huis KWH meter. Reset kaart erin, licht uit. Testkaart erin, licht aan. Iedereen is onder de indruk. Maar het is een gaos, iedereen loopt door elkaar en moet schreeuwen om zich duidelijk te maken maar het is een succes.

Dan begint het diner in het stadshuis. Als ik wat later aankom, omdat ik wijn ben gaan halen met Reinder, om ook even van de heisa af te zijn. Heeft de minister zijn volle bord al bijna leeg. En gaat niet veel later weg.
Voor hij vertrekt vraagt reinder; uhhmm de sleutel?. Ow zegt de minister, heeft kinthino (sleutel bewaarder) die niet meegenomen?, nee. Dan richt de minister zich op die kinthino; Zorg dat ze ALLE sleutels krijgen, laat mij niet horen dat er nog een mist!

Dus 2 uur later als iedereen weg is. Rijd Queba met kinthino naar Bafata om de sleutel op te halen.
En zo is er een heleboel gedoe, geld en moeite voor nodig om,, de sleutel even op te halen een stad veder op.

Maar de sleutel is er!!! Het is 1 sleutel voor alle transformator huisjes en al diens deuren. Zelfs voor die in Bafata. Een sleutel uit 1985, en zo ziet die er ook uit, zelfs het ijzeren handvat is versleten.
Er is er maar 1 dus ik zal in Nederland proberen een kopie te maken, zonder de sleutel mee te nemen.
Als iemand suggesties heeft? Graag want nu heb ik alleen foto's en kan een slot meenemen. Maar of ik daarmee een kopie kan maken weet ik niet.

Vanaf nu kunnen onze voorbereidingen dus geïmplementeerd worden. Ofte wel: werk aan de winkel!
Vrijdag is Reinder jarig, dus staan we vroeg op. En lopen even langs een belangrijk transformatorhuisje om eens rustig te kijken. Later kijken wij ook in het oude kantoor van de energievoorziening en treffen een hele boel documenten aan, tekeningen maar vooral een grote teringzooi: facturen over de grond, stapels belangrijke VN/UNICEF/BBC/ABB/EU documenten ongelezen, die al minstens 5 jaar zo moet liggen aan de hoeveelheid stof te zien. Een triest huis, wat goed laat zien hoe men hier met de installatie omging,, niet.

Na dat wij hebben gegeten gaan we naar Bissau voor Reinders verjaardag. Awa heeft heerlijk gekookt, ze is egt heel goed. Ze heeft een restaurant in de tuin.

Reinder Gefeliciteerd!

Terug in Bissau,, heeft mijn auto opeens een kenteken en alle papieren (en dat zijn er veel) liggen in de auto!!!

Dus nadat ik heb gedoucht en even heb gelegen ga ik een stukje rijden,, even tanken was mijn idee.

Als ik in de file kom,, er is 1 file in Guinee-Bissau, elke dag de hele dag. Op een 2 bijna 3 baans weg midden in de stad. Maar iedereen rijd door elkaar dus is het eigenlijk meer 1 grote rijbaan, en daar heb ik geen zin in dus sla af. Rij stukje door omdat ik daar wel eens een tankstationnetje had gezien.
Maar mijn koppeling begint steeds slechter te werken. Ik moet flink pompen om wat olie druk te krijgen. En na een paar kilometer, kan ik helemaal niet meer koppelen. Het begint te schemeren en ik ben in een buitenwijk van Bissau, waar je met 10000(18 euro) niet kan betalen zeg maar.
Ik had de auto net in de vrij dus kan niet anders dan stil gaan staan. Binnen elke momenten staan er 10 man bij mijn auto, ik moet mijn best doen mijn rust te bewaren,,
Ok ik sta stil met schemering in een buitenwijk in Bissau, het is vrijdag, dus iedereen begint dronken te worden. Wat ga ik doen,, eerst de auto maar eens van de weg halen. Dus ik stap uit. En met het beetje creoolo is iedereen (20 man onderhand) berijd mij te helpen. Dan moet ik gaan bellen denk ik,, Probleem #2 telefoon vergeten! Dan word ik toch beetje zenuwachtig, terwijl steeds meer mensen mij aankijken en in 3 verschillende talen tegen mij beginnen te praten (creolo fula mandinga)
Ik bedenk mij dan dat ik nog wel wat kleingeld in de auto heb! Dat is mijn redding, ik gebaar/zeg dat ik wil bellen. Maar niemand heeft een telefoon, shit. Dan maar even onder de motorkap kijken. Fout gedacht. Iedereen weet het probleem, die cilinder, deze slang, en de accu, de .... Motor klep snel weer dicht met vingers die zich snel moeten terug trekken. Dan bedenk ik mij, tuurlijk heeft niemand een telefoon!, ik zeg. Mia paga saldo. (ik betaal beltegoed). Nou onder de 20 man bij de auto, waren er opeens 40 telefoons. Dus ik bel Reinder op die mij zegt: (had het zelf kunnen bedenken) gewoon in zijn 1 en starten maar, zo doet 10% van de auto's het in Bissau. Dus met 3 man door de raampjes die ook saldo willen rij ik in zijn 1 weg. En kom geschrokken maar met een mooie ervaring bij Reinder aan.
Die bezorgd was omdat ik mijn telefoon niet opnam, die was ik vergeten.
Dit gebeurt mij niet nog eens! Ik zal vanaf nu niet meer alleen gewoon wat rond rijden. In Gabú misschien. Maar als ik weg ga naar Buba of Catio ofzo, neem ik iemand mee. Iemand die het liefst een stamtaal spreekt. Dat scheelt erg veel als je goed duidelijk kan maken wat er aan de hand is en wat je wilt. Niet alleen met de taal maar ook m.b.t. cultuur. En ik ben blank wat ook weer zo zijn voordelen heeft. Die combinatie maakt het veel makelijker.

Vanochtend om 8 uur stond een goede monteur die bij Reinder werkt voor de deur. Hij is egt een van de beste werknemers die ik hier heb gezien. Op tijd, en als wij onderdelen gaan halen (olie pompje, master achter het pedaal waarvan de rubbers versleten zijn). Vraagt hij te veel geld en geeft het resterende bedrag terug. Probeert duidelijk te zijn, en is een goede monteur, weet wat hij doet, ontlucht, moeren netjes in de olie terug zetten, goed gereedschap, heerlijk werken zo. En voor 4000 CFA = 6 euro, 3 flesjes koppelolie, net iets te veel, dus perfect ingekocht, en 3000CFA = 5 euro voor een nieuw binnen werk van de olie pomp (veer, staaf met klep en rubbers, en nog wat rubbers om vuil buiten te houden). En voor 12 uur werkt de auto weer perfect. Als ze hier iets kunnen is het auto's repareren. Althans oude auto's nieuwe gaan hier kapot. Oude blijven eeuwig doorrijden. Zoals de audie van Queba, die heeft een probleem, maar veder dan die diagnose komt zelfs een goede Franse garage niet. Er zijn computers voor nodig enz.
Maar een Mercedes 190D (30% van de auto's) kan je onder bijna alle mangobomen laten reviseren.

Groet Jan

vergeten + SOS kinderdorf

In mijn vorige verhaal heb ik een aantal belevenissen overgeslagen:

Ik begin met dingen waarvan ik niet had verwacht ze ooit te doen uit principe.

Ik heb aap gegeten, ja schandalig ja. Maar het smaakt gewoon naar vlees, weer met heerlijke citroen saus, maar wel een andere nasmaak. Aangeboden door de achterbuurvrouw. Het schandaligste hoor ik pas later, hoe die apen worden gepakt. Zoals gewoonlijk met een geweer, maar apen zijn snel. Als je er al een raakt, wil dat nog niet zeggen dat die meteen neervalt. Vaak lopen ze door met een wond, waaraan ze al dan niet later overlijden. Zo kan het dus zijn dat voor het vangen van één aap er 5 dood zijn gegaan. Ok, het spijt me zal het niet weer eten! Het gaat overigens wel om zo'n klein brutaal apie met een lange staart, die hier erg veel zitten. Geen chimpansee ofzo die hier overigens ook erg veel zitten, maar die ik nog niet heb gezien.
Ook heb ik gejaagd. Terwijl de jongens met de vrachtwagen zand gingen halen in het bos, zijn Queba en ik eerder afgestapt. Hij heeft zijn .12 dubbelloops jachtgeweer meegenomen. Onderweg kopen wij op de markt patronen, waar voor ons een kind van ongeveer 12 een hele tas vol munitie koopt.
Zo lopen wij met een geweer door de bossen. Wij zijn op zoek naar een bepaalde vogel, die hier erg veel vliegt. Guineese duif noemen we hem. De rest van de vogels laten we met rust. En daar vallen onder, papagaaien, pelikanen, en alles ertussen in. Echt verbazend hoeveel verschillende vogels er in de bossen zitten. Het is een mooi gezicht een grote zwarte man met een geweer, waar een blanke jongen in een tuinbroek achteraan hobbelt. Ik schiet ook een paar patronen maar wel in het niets.
Onder het jagen komen Queba en ik een man tegen. Hij loopt met een bidon en een soort bamboe gordel. Há zegt Queba die moeten we hebben!. Ok zeg ik en loop mee. Hij praat wat met de man, die meer eelt op zijn rug heeft dan ik onder mijn voeten! En al snel snap ik waarom. Zonder moeite legt hij zijn band om een palmboom en klimt zo naar boven. Eenmaal boven klemt hij zichzelf vast. Daar hangen 4 wijnflessen, soort van in de boom. Hij giet de flessen leeg in zijn bidon. Eenmaal beneden heeft hij zeker 3 liter van dat palm vocht. PALMWIJN! Had het al eens gedronken maar zo midden in een bos zeker 40 km van Gabú, had ik niet verwacht. Normaal kost 5 liter 1250 CFA (2 euro) maar omdat wij geen wisselgeld hebben kopen we de 3 liter voor 1000.
Met de buit, 2 vogels en 3 liter palmvinjo, komen wij terug bij de jongens, die het goede zand hebben gevonden op een plek waar de vrachtwagen (met moeite) kan komen. Om op die plek te komen hebben ze een pad gemaakt van bladertakken, om over de drassige grond te kunnen rijden. De chauffeur weet heel goed hoe die moet rijden over dit terrein, een fout en hij zit vast.
De jongens zijn enthousiast over de wijn, en werken lekker door, vooral als ik ze kom helpen.

2 weken geleden moesten ze lachen toen ik mee wilde werken met ze, dat doen ze nu niet meer :P

Omdat de 3 liter erg snel gaat, gaan Queba en ik naar 'een plek', aangewezen door een voorbijganger. Vraag me niet hoe de mensen hier de weg vinden, het is gewoon een bos. Maar wij komen uit bij een grote boom waar 4 mannen onder zitten, er staan 2 fietsen en zij zijn lekker bezig. Twee maken die gordels waar mensen mee de bomen beklimmen, een is vis aan het ontdoen van de schubben en de ander maakt waraga. Er staan 2 bidons, met palmwijn. Voor 2500 CFA kopen wij 10 liter!! Genoeg om een feest van te geven, het is verraderlijk spul, erg zoet en lekker, maar vol alcohol. Op het moment dat het de boom uitkomt begint het te gisten en 3 dagen later bezit het zeker 10% alcohol.
Dus het werk gaat steeds trager, en deze keer niet door de zon. De jongens zijn helemaal happy! Ze nemen allen een deel van de wijn mee naar huis. Ook de vaste mensen voor ons huis genieten ervan, en dat voor 4 euro!

2 weken geleden ongeveer is er een equipe langsgekomen. Na een telefoontje naar de minister over de voortgang van de zaken, is die uitgevallen tegen zijn staatssecretaris. 3 uur later staan er 3 mannen van het ministerie in Gabú aan mijn deur!
Zij komen een inventaris maken, weer een truckje van het ministerie om ons te vertragen. Maar goed, Edu regelt een taxi voor ons die wij voor 5000CFA (8,5 euro) 2 uur gebruiken. Met 5 man stappen wij in de Peugeot 505 waarvan de achterste ramen niet open kunnen, de achterklep los zit, de vering een ernstig probleem heeft en weet ik veel wat er nog meer mis mee is, heb er geen oog meer voor.
Zo rijden wij langs alle transformatorhuisjes, lichtmasten en kabelpalen. We schijven alle gebreken op, wat ik 3 weken geleden ook al heb gedaan. Maar goed. Alle deuren van de transformatorhuisjes gaan open en ik maak driftig foto's en meet zo veel mogelijk door. De zogenaamde 'equipe' van energia, zijn trots als apen en maken vaak met ze 3e tegelijk de deuren los. Onderweg komen ze oude bekende tegen, omdat de drie ook in de centrale in Bafata hebben gewerkt. Zo eindigen we met 7 man in de kleine taxi!! 2 op de passagiers stoel en 4 achterin! Zonder airo zonder open raam, en het zijn niet de dunste personen. Door de vering rijden wij langzaam door Gabú. Mooi gezicht.

Maar ik heb weer een hoop informatie om mee door te gaan, specificaties, defecten, aanwezig materiaal enz.
De 'equipe' had zelfs een kaart bij zich! Een kaart die wij nooit hebben gezien. Die ze dus met opzet hebben achtergehouden!
Op de kaart staat nauwkeurig waar de lichtmasten staan, kabel specificaties, kabel palen, zelfs welke lampen er in de masten moeten!
Dus ik maak elke keer dat de kaart opengaat aantekeningen.

Het project zoals de Zwitsers hebben geïnstalleerd was genaamd: 'Gazela'

Gister had ik weer een unieke ervaring.
Queba en ik waren uitgenodigd door de directrice van het SOS kinderdorf van Gabú.
Dus Queba en ik erna toe. Ik had besloten er met een neutrale blik heen te gaan. En even al mijn vooroordelen aan de kant te zetten om een realistisch beeld te kunnen vormen naderhand. Dus nu ga ik proberen deze organisatie realistisch te beschrijven in de context van het land.
Waar ik zeker van ben is dat een 'goede organisatie' niet bestaat. Het is onmogelijk alle belangen te behartigen en iedereen te helpen. Er zullen altijd nadelen zijn.

SOS kinderdorf is een door een Duitser in het leven geroepen internationale organisatie.
Het zorgt voor een veilige plek in de chaos van 3e wereld landen voor kinderen. In reclames worden zij wezen genoemd. Maar in de werkelijkheid zit er veel meer achter.
Guinee-Bissau heeft een aantal fases doorlopen. Vanaf de oertijd totdat de blanken hier kwamen leefden mensen hier zoals de meeste zich dat kunnen voorstellen. Hutjes stammen, rituelen e.d.
Met de komst van de blanken, de komst van de apartheid (blank superieur aan zwart). Een woord dat nog steeds bekend is bij de mensen. Nu zien de meeste wel in dat er in principe geen verschil is tussen zwart of witte huidskleur. Maar in de praktijk zijn afrikanen over het algemeen slecht opgevoed laat staan opgeleid.
Bij de kolonisatie na de slavernij was Guinee-Bissau een Portugese kolonie. Zij brachten kennis en geld het land binnen. De Portugezen verloren een hoop geld aan Guinee-Bissau maar zij was van strategisch belang voor de andere kolonies van Portugal, Angola en Mozambique. Nog steeds leefde de Guineeers een arm bestaan van het land, Guinee kent in tegenstelling tot veel andere kolonies bijna geen grondstoffen, op stof na.
Tot Amil Cabral het land wilde bevrijden. De Cubanen waren meer dan bereid hem te helpen bij deze strijd. Cubanen hebben een grote rol gespeeld bij het dekoloniseren van Afrika. Che Guevara heeft vele jaren gevochten in Afrika voor de strijd tegen het imperialisme. (25 jaar 1 maand 1 week en 1 dag, hebben de Cubanen gevochten en geen litertje olie meegenomen).
Amil Cabral had een visie, een onafhankelijk Guinee-Bissau. Hij richtte een partij op, die tot vandaag regeert in Guinee-Bissau. Deze partij had ooit als standpunt, 'for a nation to be born, the tribes must die'. Hij wilde af van de toen meer dan 13 verschillende stammen in het land en ze verenigen tot een volk. 1 jaar voor dat Guinee-Bissau, Portugal tot een compromis dwong, werd Amil in Conakry vermoord.
In de jaren 80 kwamen veel hulporganisaties, die veel geld en tijd in Guinee staken. Maar Guinee was er niet klaar voor en misschien wilde de organisaties te snel te veel. Maar in 1998 verzette een deel van het leger zich tegen de president. Een ego strijd tussen de legergeneraal en de president. Veel van de heren in de regering ook vandaag, worden internationaal als leiders van een land gezien en op staatsbezoeken (die ze erg graag en veel maken) op westerse wijze verwend, met luxe en stijl. Hierdoor krijgen ze een te groot ego voor dit land.
Door dit verzet en het vermoorden van de president, wat ook met zijn opvolger gebeurde. Verlieten bijna alle buitenlanders het land. Met hun het geld en kennis.
Zo is Guinee-Bissau terug bij af.
Zo is er nog veel onkunde.
Zo vertrouwen veel mensen meer in een sjamaan dan in het ziekenhuis en zijn er voor het westen onbegrijpelijke gedachten op veel plekken normaal.

Heel Guinee-Bissau is één grote familie. Iedereen kent elkaar en kinderen worden uitgewisseld. Vaak word de jongste van een familie bijna vergeten bij de geboorte van een nieuw gezinslid. Zo zie ik kinderen van nog geen 2 jaar op straat spelen met slechte Chinese batterijen zonder ouderlijk toezicht. 20% van de kinderen sterft voor ze 5 jaar oud zijn.

In Guinee-Bissau bestaan geen wezen zoal in Nederland. Iedereen is hier wees. Je noemt diegene die voor je zorgen je familie, niet diegene die je hebben verwekt of hetzelfde bloed hebben.

Maar in het SOS dorp zitten ook geen gewone wezen.

Wij rijden door een hek van een groot terrein langs een wachtpost, en parkeren de auto onder een autostalling voor 4 auto's. Er staan al 2 mannen in blauw pak naast de auto om ons een goede dag te wensen en te vragen wat wij komen doen. Tot zover heel normaal voor Guinee-Bissau.

Dan lopen wij over een aangelegd pad naar het hoofdgebouw. Een gebouw met mooie architectuur en aankleding van echte kozijnen met glas tot een flatscreen computer. Erg ongewoon in Guinee-Bissau. Met name in Gabú.

Op het terrein staan 12 woonhuizen. Allemaal min of meer hetzelfde. Gemaakt voor 10 personen met een leidster. Een woonkamer met banken en tafel met stoelen, TV en kast. Een goede keuken met aanrecht wasbak en koelkast. In de gang naar de slaapkamers zijn de klerenkasten, 1 per 2 kinderen. Er zijn 4 slaapkamers verdeeld onder jongens en meiden. Één kamer is voor de leidster die met de jongste slaapt.

Verder is er een school en een peuterschool.

Leidsters worden met opzet moeders genoemd, op elk huisje staat door wie het is geschonken en de naam van de moeder: mama Vanessa bijvoorbeeld. Ook heeft elk huis een tante. Voor als de moeders vrij hebben (1 maand per jaar 2 dagen per maand). Het zijn allen echte 'moeders' van het kaliber Surinaams, groot en even lief als rechtvaardig.

Kinderen zijn tussen de 15 jaar en 8 maanden. Op het moment 109. Ongeveer 9 per huisje. 63 meisjes, 46 jongens.

Zoals ik al aangaf zijn het niet gewone weesjes. Zo ontmoetten wij twee tweelingen uit een zelfde stam/familie. Waarschijnlijk werden zij al anders behandeld dan de rest van de familie. Want degene die kookte voor de familie heeft op een avond voor het maken van een sausje een verkeerd ingrediënt gebruikt. Waarschijnlijk landbouwchemicaliën of iets dergelijks, want deze 4 kinderen zijn de enige die nog leven.
Ook is er een meisje van een tiener moeder, de moeder overleed bij de geboorte, waardoor haar familie het kind als duivels beschouwde, en ook zo behandelde. Zij is ongeveer 7 jaar en komt naar buiten rennen als wij het huis naderen. Strak staat ze als een militair, handjes op de rug en geen blik naar ons. Ze is hier net legt de directrice ons uit. Als wij ons hebben voorgesteld rent ze naar mama (...) en schuilt onder haar schouder. Mama laat haar en aait haar over haar hoofd, schudt het een paar keer tegen haar borst. Ze is weer veilig.

Al met al hebben bijna alle kinderen soortgelijke verhalen. 109, alleen al in de provincie Gabú.

Buiten het opvangen van deze kinderen. Helpt SOS ook kinderen van buiten het dorp. Door gezinsondersteuning. De praktische uitvoering hiervan heb ik niet gezien. Het zal in de trant zijn van bewustmaking en scholing.

Zo heeft een 'zoon' van Edu, Queba sinho (directeur van de lokale radio en werknemer Electro Solar) een tijdje op de peuterschool van SOS gezeten. Peuterscholen bestaan verder bijna niet in Guinee-Bissau.

Ook gaan de kinderen uit het dorp naar scholen buiten het dorp en sporten ze op de velden van het dorp. Zodat ze niet helemaal afgezonderd zijn. Wat ze toch wel zijn met een hek om het terrein. Maar misschien ook nodig is voor het veilige gevoel dat er in het dorp heerst.

SOS is afhankelijk van giften. Niet alleen van adoptie ouders op afstand, ook binnenlandse en buitenlandse bedrijven ondersteunen het dorp.
Maar een klein deel komt vanuit de regering. Naar mijn mening zou de regering van dit land deze dorpen moeten ondersteunen. En de andere goede doelen/bedrijven zoals Electro Solar. Buiten dat ze niet meewerken, werken ze vaak zelfs tegen. Waarom? Om smeergeld, om desinteresse, omdat ze gewend zijn dat het door het buitenland wordt gefinancierd. Ik weet het niet.

Maar ik denk dat het belangrijkste probleem niet ligt bij de kinderen, niet bij hun ouders, maar bij de regering. Zij moeten zorg dragen voor het land, niet het buitenland.

Maar dan kom ik tegen het feit: oorzaak/gevolg. Zonder opgevoede en geschoolde en verantwoordelijke jeugd, geen goede toekomstige regering.
Helpt het om kinderen tot hun 15de op te voeden en scholen om ze daarna in de zelfde maatschappij los te laten als de ongeschoolde? SOS bestaat al meerdere generaties, en het is gebleken dat zij niet in de assemblee terechtkomen.
Ik wil terug komen op de partij van Amil Cabral. Hij heeft een goede stap in de juiste richting gemaakt. Laat Guinee-Bissau het zelf doen. Maar ze kunnen het niet zelf.
Ik ben van mening dat er een nieuwe politieke partij moet opstaan. Een nieuwe revolutie. Niet tegen slavernij, apartheid of imperialisme. Die zijn al gewonnen. Er moeten Guineeër opstaan die verantwoordelijkheid nemen voor het land. Bereid zijn te sterven nog voor zij hun vruchten zien. En bovenal politieke steun, training vanuit het buitenland accepteren en vooral gebruiken voor de bevolking! Een politieke partij die het nationaal product uitbreidt, en niet in zijn zak stopt. Controle accepteert, en zorg draagt voor zijn verantwoordelijkheid om de bevolking te voorzien van onder andere scholing, ziekenzorg en justitie.

Ik ben mij goed bewust dat dit veel complexer is dan het sturen van wat geld per sms. Hiervoor moet een nieuwe Amil cabral opstaan in Guinee-Bissau, buitenlands geschoold, maar door en door Guineeër met liefde voor het land. En net als hij een groep verantwoordelijke mensen om hem heen scharen. En de meerderheid van de bevolking overtuigen van zijn visie:
Een verstandig Guinee-Bissau.