Gusta de problem (deel 1)

Gusta de problem. Buba - Catio Wij staan vroeg op (per amanja sedu). Maar worden rustig wakker en stappen na het bedanken in de auto. Kopen bij de bakkerij 2 broden vers uit de oven (Carlos kent de bakker). En kopen 3 flessen water. Dan rijden wij de zandweg op, ik heb dan nog geen idee waar ik aan begin. De weg is erg slecht (mou strada). Soms halen wij de 30 km/h. Het blijkt dat Carlos gisteren tijdens het eten heeft gehoord dat er 10(!) Nederlanders in de buurt zijn! Ik heb niet geluisterd naar het snelle creools. Maar 10 Hollanders, dat is een verdubbeling t.o.v. vorige week.


Het duurt 3 uur voordat wij 60 km verder de afslag naar de Hollanders nemen. Na nog wat hobbelen, komen we dan bij een dorpje (6 'huizen'). En daar zitten 10 Hollanders aan de koffie en brood met beleg. Hoe al die spullen als brood en koffie hier komen is mij een raadsel. De groep wordt geleid door Paul Akkerman. Hij heeft in 1987 hier 3 jaar doorgebracht, tussen de balanta's (tribe, grootste van Guinee). Nu komt hij hier met Nederlanders die eens iets anders willen. Ze bouwen ook een soort opslag silo's voor water, daar later meer over.


Na de ontmoeting rijden wij verder. Het voelt heel raar om die Nederlanders te ontmoeten. Ze komen direct vanuit Gambia naar dit groepje huizen(commune). En ze zijn dan ook allemaal nog in een soort roes, van wouw. En zij zijn ook verrast om mij zo te zien aankomen. Een blanke (bruine) jonge met een volwassen Guineer op de bijrijders stoel die zo opeens aan komt zetten. Nog een stuk verder over de zijweg is een grote wekelijkse markt. Mensen komen van heinde en verre aangelopen met goederen als vis en kleren. Er staat zelfs een generatortje te brommen om telefoons op te laden. Rijst kan er worden gepeld met een machine. En dat allemaal onder een grote boom. Mooi gezicht. Nog een stuk verder, wat alleen te voet kan, is een soort helling aan een rivier. Onze kant van de rivier heeft een betonnen helling de overkant een houten steiger. De betonnen platen zijn aangelegd door Stenaks. Hier heeft mijn vader aangelegd om rijst in te laden en te transporteren. Ik vraag mij af hoe ze het nu doen, er zijn erg veel rijstvelden, maar al de rijst word op de hoofden van vrouwen vervoerd. Ik neem aan niet helemaal naar Bissau, maar hoe dan wel is voor mij een raadsel.


Martje, mijn vader Heeft vanaf 1988 in Guinee gewerkt. Net voor mijn ouders wisten dat ik zou komen is hij via SRV in Guinee gestationeerd. En wel in Catio. Hij had een terrein gevonden om te wonen, het oude 'Sebeco'. Gebouwd door Stenaks. Vanuit Catio werden met 3 boten allerlei producten vervoerd in het onbegaanbare terrein van zuid west Guinee. De opzet was rijst, vanuit de velden naar Catio en Bissau te vervoeren. Maar het kwam neer op van alles, van bouwmaterialen tot uien (bijna alle import kwam uit Nederland). Mensen herinneren 2 jaar maar het was minder.


De namen Martje en Kim (collega SRVer), zijn onder de generatie genoten nog goed bekent. Iedereen weet dat zij op het STS terrein woonde en boten hadden. (de nieuwe generatie van na de oorlog, hebben zelfs maar weinig blanken gezien, ik en Carlos worden dan ook gek van het geroep, branko branko! (blanke), en roepen terug, bretto (zwarte)) Catio Wij rijden dan door naar Catio waar wij rond 1 uur aankomen. De 10 hollandaises gaan morgen naar Cajar. Dat is ook onze bestemming. Dus wij besluiten op hun te wachten. Want Carlos kent ene Philippe (die mijn vader ook goed kende). Hij is een beetje een ondernemer en heeft een soort hotel en barretje en regelt ook het vervoer voor de Nederlanders. Waarschijnlijk importeert hij ook de goederen voor de 10 (dez). Hij heeft ons beloofd dat wij met de 10 mee kunnen in de boot naar Cajar.


Dus wij gebruiken de dag om naar een paar plekken te gaan, als eerste... het huis. Het huis waar mijn vader heeft gewoond. Wij komen aan bij een hek. Er is niemand te bekennen dus wij openen het hek en parkeren de auto op het terrein. Op het terrein in nog een hek. Het leidt naar het huis. Dus wij lopen binnen en kloppen verbaal aan. Er komen 3 zwarte vrouwen naar buiten. Carlos legt uit wat wij komen doen. De vrouwen zijn verbaasd. En vragen nog wat. Ze spreken Engels. Ze komen uit Kenia. Ze nodigen ons binnen. Door de keuken, die Nederlands aandoet, komen wij in de woonkamer. De 4e woonkamer die ik zie in Guinee. Er wordt ons onder het gesprek van alles aangeboden en voor ik het weet staat er in tweevoud, water, cola, fris, bier, nootjes, sinaasappelen en grapefruits op tafel. 3 hele aardige vrouwen die minstens net zo geïnteresseerd zijn als ik. Het zijn missionarissen.


Het terrein is sinds het vertrek van SRV een school met 300 kinderen. In het gesprek zeggen zij voorzichtig dat hun TV kapot is. En als je dat tegen 2 techneuten zegt, word die gemaakt. Het is een Philips (alles in het huis van kasten tot kozijnen is Nederlands), en doet het perfect, alleen de antenne moet even worden afgesteld, maar voor de 3 is het een klein wonder. Ik krijg een uitgebreide rondleiding over het terrein. Niet alleen van de 3 maar ook, en dat interesseert mij nog het meeste, van Carlos. De 3 vertellen mij wat er nu gebeurt, Carlos vertelt over tempo de Martje (tijd van Martje). Het kantoor, het huis van Kim, het opslag huis, en de andere 3 gebouwen zijn u allemaal school. Hoe het toen was, wat er is veranderd, wat waar gebeurde. Het dubbel geïsoleerde generatorhuis. Alles is er nog en na al die jaren nog in erg goede staat. Als laatste hangen wij een beetje rond het huis van mijn vader.
In de tuin staan een paar hokken, er zitten konijnen in. Die zie je in Guinee bijna niet, ik heb ze nog niet gezien. En als ik geïnteresseerd die dieren aai. Word mij een konijn aangeboden. Ik zeg dat ik de jongste leuk vind, maar die helaas niet kan meenemen naar Nederland. Ze snappen het niet goed, niet alleen omdat het kleintje het niet overleeft zonder de melk van moeder, maar omdat het niet is om mee te nemen, maar om te eten! En als ik het snap en even verbaast ben, staat het konijn al in een doos van WFP in de auto. Kompleet met voer voor de dag.
Wij bedanken de vouwen uitgebreid en vertrekken dan naar ons 'hotel'. Daar achter staat een huis dat Steven (mede oprichter Stenaks) heeft gebouwd. In de tijd dat hij voor een project in Catio was. Het lijkt mij erg onhandig om een huis te bouwen terwijl je een project moet leiden maar goed het is leuk om te zien. Het staat leeg, wij vragen de buren waarom, zij weten het ook niet maar er zijn al eens mensen hardhandig verwijderd. Van Reinder hoor ik dat het verkocht is aan een ministerie.


Een stuk veder lopen is de 'haven' van Catio. Waar ooit de boten die mijn vader bevoer lagen. De boten zijn in beslag genomen door de overheid in de oorlog. Dus 2 zijn ter plekke gezonken en één in er naar Bissau gevaren en daar gezonken. Waar ze het geld vandaan halen om het naar Bissau te varen is na de vraag waarom ze in beslag zijn genomen mijn grootste vraag. Maar het doet er niet toe. Ik ben hier en hier was mijn vader. Een emotioneel moment...


De volgende dag gaan wij vroeg weer naar de haven. Daarna ga ik naar de kerk van de 3 vrouwen die in het oude huis van mijn vader wonen. En Carlos naar de evangelische. Ik kan nu heel goed begrijpen waarom mensen 'geloven'. Iets waar ik nog niet over heb geschreven. Maar ook een grote les voor mij is. Carlos bedankt elke maaltijd en elk bed. En vooral later deze trip, doe ik dat stiekem ook, maar niet tegen 'god' waar wel tegen weet ik nog niet. In de kerk zit ik bescheiden achterin. Ik word begroet door alle belangrijke mensen die allemaal natuurlijk al lang van mijn komst afwisten. De pastor verteld aan het einde van de 2 uur durende zang/gebeds mis waarom ik in Catio ben. Iedereen wist dat waarschijnlijk al maar ik krijg een hartelijk applaus. Na de mis komen verschillende mensen naar mij toe en ik krijg een foto met de 3. Als ik wegloop krijg ik een balanta armband. (een speciale gift, het is niet te koop ofzo).
Ik zou langer willen blijven maar de Nederlanders zouden (en nu verklap ik het al) om 12 uur aankomen. Carlos komt zelfs op de helft van zijn mis terug. Maar geen blanke, op mij na, te bekennen. Als wij dan Phillipe bellen, staat zijn telefoon uit. Zelfs voor zijn vrouw neemt hij niet op. Om 3 uur besluiten wij dan om maar zelf een boot te huren. Omdat benzine hier erg duur is, is het een aanslag op mijn budget maar ik wil graag naar Caiar. Toen nog wel. Caiar. Als vanzelf roept Carlos na onze beslissing iets naar een jongen die dan wegrent. Even later komen 2 mannen aangelopen. Zij willen ons wel wegbrengen. Even 10 minuten narekenen of ons aanbod wel voldoende is (de man kan niet rekenen). En dan zet Carlos de vaart erin. Hij weet precies waar hij even geduld moet hebben om dan initiatief te nemen om alles snel te laten verlopen, zo kopen wij benzine, wordt uit een rieten/leem huis een buitenboord motor van Yamaha van 15P K enduro getrokken (zal wel overgebleven zijn van een mislukt project). Halen een kennis op die op mijn auto wil passen zolang wij weg zijn (krijgen zelfs 6 grapefruits en 3 sinaasappelen mee).


Zo rijd ik met 6 man en een buitenboordmotor in de auto naar een andere haven/helling. Hier stappen wij op een redelijk grote houten boot. Een kano is erg inefficiënt voor een buitenboordmotor legt Carlos mij uit, daarom gaan die Nederlanders met een kano leg ik hem uit. Wij hebben de grootste schik om de inefficiëntie van hun verblijf. Wij zijn natuurlijk ook teleurgesteld dat wij 1,5 dag hebben gewacht op niks. Na 10 minuten over de mooie rivier langs mangroven te varen komen wij bij een van de afgelegen dorpjes waar wij aanleggen. Daar stappen wij over in een aluminium bootje dat daar ooit is achtergebleven. Carlos wist ervan en dat scheelt ons weer benzine. Hier ontmoet ik voor het eerst mensen die graag willen dat ik foto's neem. Na nog een dik half uur met de aluminium sloep te hebben gescheurd, door de meest fantastische regenwouden en mangroven, met slechts één keer een paar huisjes. Het mooie water, de wortels die juist omhoog groeien, vogels die ik niet kan plaatsen. Het is heel anders dan op Discovery ;).


Dan varen wij een kleine aftakking, net voor de oceaan, in. Ik heb geen idee hoe ze de weg weten. Maar ze weten het. Omdat wij wat te laat zijn vertrokken is het tij al 2 uur aan het ebben. Waardoor de aftakking er smal is. Zo'n 80% van de rivieren in Guinee vallen (bijna) helemaal droog met eb. Zelfs de grootste rivieren vallen wel een meter lager. Daardoor raken wij een tak op de bodem. De motor vaart nog 2 minuten maar dan draait de schroefas door. De rubber koppeling tussen de schroef en de as is al eens kapot gegaan. Toen is met 3 bouten door de schroef de schroef vastgeklemd aan de as. Maar dat heeft natuurlijk nooit het contactoppervlak dat de rubber ster ring normaal heeft op de ster as. Door de botsing zijn de bouten gesleten en maken ze nauwelijks contact met de as.
Er stonden al een paar kinderen klaar, waarschijnlijk voor de andere Nederlanders. Die roepen iemand die voor ons wat takken afhakt om langs de kant aan wal te gaan. De boot met motor kunnen wij gerust achterlaten blijkt. Alleen de benzine wordt meegenomen. Vanuit daar lopen wij 3 kwartier naar het eerste groepje huizen. Ik maak mij best een beetje zorgen, boot kapot en ik begin in te zien dat er echt helemaal niets is op dit stuk land. Het is geen eiland, het is een afgesneden van het vaste land door mangrove en moerassen. Dus alleen per boot bereikbaar. Dus er is geen markt. Er is niets te koop. Er zijn geen goede huizen, er is niet eens een put! Dan zegt Carlos mij iets wat mij altijd bij zal blijven: Gusta de problem. Dat is wat mijn vader zij. Bu ka gusta de problem? bu na by. gusta de problem? trabaju! Problema teng, trabaju teng. Komt neer op: houd van problemen want als er problemen zijn is er werk/uitdaging. Dat heeft mij vaak op de been gehouden.


Wij komen dan aan bij een groepje huizen waar een man woont die onze booteigenaar kent. 'Botje' maar het is een beer van een kerel. Wij vragen of we mogen blijven slapen en dat vind hij goed. Wij lopen dan nog eens 1 uur door, naar het huis van Dario. Dario (Italiaan) was een goede vriend van mijn vader. Hij heeft 2 huizen en een school gebouwd op Caiar. Zijn vrouw gaf daar les, en heeft een boekje geschreven over de geneeskunde op het eiland. De windmolen die als waterpomp werd gebruikt is er nog. Maar werkt uiteraard niet meer. Van de huizen is niet meer over dan de fundering.


Allen de school staat er nog en word zelfs nog gebruikt. Scholen in Guinee Scholen in Guinee, zijn er heeeel veel. Zelfs midden in het oerwoud is het beste huis wat er te vinden is een school! Er zijn ongelofelijk veel scholen ik schat wel 2000. Maar er zijn nergens leraren te bekennen. Ook in Gabú zijn er scholen. Kinderen komen er ochtends omdat de moeder het huis gaat schoonmaken. Maar de leraar, als die er al is, is een man die analfabeet is. Het is meer een soort opvang. Als het gebouw wat 'school' heet ook echt gebruikt word. In Gabú zijn 2 scholen die werken die van Unicef, en die van SOS. In Bissau zijn meerdere goede scholen voornamelijk particulier, maar in de buitensteden is het idem dito slecht. Maar dan komt probleem 2, er zijn geen vervolgopleidingen. Ik ken een jongen, Hamma van 14 die formules buiten haakjes kan werken, en Engels kan. Maar hij geen idee heeft wat ie gaat worden. Hij kan ook niets worden. Er worden nog wel eens kinderen naar het buitenland gebracht voor een studie daar. Kansloos als het maar kan zijn. 5 jaar in een land dat je niet kent. Wat je eerst wel wilt, maar waar je eigenlijk helemaal niet wilt zijn, maar dan wel moet. Zo zijn jaren geleden veel mensen opgeleid in de USSR. Wat je nu ook nog kan merken. En de gene die echt slim zijn, die blijven in dat land. Het lijkt o zo leuk, geld geven voor een school in een arm land. Er komt zo veel meer bij kijken. Caiar (dez hollandaises).


Omdat het donker wordt zijn wij terug gegaan naar het huis van Botje, de grootste van de huizen in de ongeveer 20 commune's op het eiland. Als wij het omheinde terrein binnen lopen en langs de fugarelo's (BBQ's) van klei langs de casa de baka's (huis van de koeien, waar constant rijstschillen smeulen om de koeien wam te houden zodat ze terug komen ‘s avonds) lopen, zitten daar tot onze schrik de 10 Nederlanders! Ze zijn 2 uur later dan ons aangekomen en zitten aan een bakkie thee. Ze hebben het hele huis van Botje ingenomen. Alle bedden zijn bezet. Ik slaap met Carlos en de boot eigenaar op een 2 persoon 'bed'. Met 6 kinderen op de grond in de kamer. De andere inwoners slapen bij buren op de grond enz. Ik ga even bij de 10 zitten en praat over mijn ervaringen. En zij over de hunne. Ik voel mij niet op mijn gemak maar eet toch met ze mee. Daarna ga ik toch maar weer bij Carlos zitten en voel mij beter tussen botje, Carlos, de booteigenaar en wat andere. Ook al versta ik maar de helft en lachen wij vaak omdat ik niet goed Creools spreek. Dan vraag ik mij weer af, ben ik nou een Nederlander? Ik voel mij op dat moment meer Guineer. Maar heb een leuke avond zonder mobiel bereik, zonder licht. Maar met muggen.


De volgende ochtend ben ik nog voor de zon op. Buiten zitten dan al mannen. En vrouwen worden rustig wakker. De een gaat vegen, de andere water halen. Carlos is altijd vroeg wakker en wij gaan kijken hoe de mensen water halen. Hij denkt een beetje als mij, dit kan beter en als we dit nou een aanpassen zodat dit beter gaat, zoals bij de tv van de 3 vrouwen in Catio. Er zijn een paar oude pompen op Caiar, maar allen werken ze niet. Vooral door slecht onderhoud. Maar we vinden er 2 die te repareren zijn en leggen mensen uit hoe. De ene is half ingestort. En heeft daardoor geen debiet meer. Maar als men rond de punt een gat graven is er weer debiet, de mensen vinden het water troebel maar dat komt omdat het lang niet is gebruikt. Uiteindelijk zal er schoner water uit komen dan de beste 'jagu de bibi' (water om te drinken) op het eiland. Er zijn nu zo'n 5 gaten waar water om te drinken uit word gehaald. Maar die hebben natuurlijk een debiet van 5 emmers. Het zijn gewoon gaten die als je ze dieper graaft instorten, als die 5 emmers eruit zijn gehaald moet je een uur wachten tot je er weer 5 emmers uit kan halen. Vooral nu de Nederlanders er zijn, zijn vrouwen de hele dag bezig met water sjouwen. Ik schat wel 20 meisjes die met 25 liter op hun hoofd heen en weer lopen. Meisjes zijn hier een kwart van hun leven kwijt aan het halen van water.


Als de eigenaar van de boot wakker is gaan wij naar de boot, om de schade goed te bekijken. Onderweg spreken wij uiteraard wat mensen. En komen zelfs een betonnen huisje tegen, een bekend groen en turkwaas huisje van Sauoede (miniserie van gezondheid). Wij vragen of er een sleutel van is, maar die is er niet. Ook de mast (zie foto) is zo geplaatst dat als die neer gelaten moet worden, hij boven op het huisje terecht komt. Een huisje wat minstens 400.000 euro moet hebben gekost. Iemand weet iemand die iemand kent die gereedschap heeft!
Na al 3 uur aan het lopen te zijn krijgen wij een doosje met 2 kromme verroeste schroevendraaiers en een klein verroest tangetje. Maar het is beter dan niets en wij lopen dan naar de boot. De motor wordt door de blubber tot de knieën naar de kant gebracht en wij kijken ernaar. Iedereen weet het probleem en Carlos weet er goed mee om te gaan. Rustig wacht hij af tot ze er niet meer uit komen en neemt dan initiatief. De bouten die er in zitten moeten er uit, maar dat is niet makkelijk met het gereedschap wat wij hebben maar 2 uur later zijn ze er uit. Als wij dan het gereedschap terug brengen zien wij waar het gereedschap voor dient. Op het eiland wordt veel rijst verbouwd, en het heeft zoon rijst pel machine! De uurtjes dat die werkt komen dan ook enorme bakken met rijst op de hoofden van vrouwen aan gesjouwd. Dit dorpje zien wij nog vaak terug.


Dan gaan wij naar het strand, het befaamde strand van Caiar. Ik heb veel mensen erover gehoord. Maar er zijn er maar weinig geweest. Ik dacht dat het in de buurt was maar het blijkt 1 uur lopen! Ik had mijn handdoek al op mijn schouder. Ik ben dan ook blij als een kind als wij het strand op lopen, maar het water is niet te zien! Het water is zeker 300 meter terug getrokken. Carlos vertelt mij dat het net een uur aan het vloeden is. En dat als ik nu naar het water loop, het water sneller bij het strand is dan ik kan lopen! Toch ga ik erin! Als het water opkomt is het maar 1 meter dus verdrinken zal ik daardoor niet. Guineeres kunnen niet zwemmen ;). Tot mijn grote schrik,, als ik terug loop, zie ik in de verte, 10 Nederlanders. Wij gaan er heen, en installeren ons naast de Nederlanders bij de Guineeers die voor thee/koffie en eten zorgen voor de Nederlanders. Ik loop het water in naar de Nederlanders, maar krijg weer geen aansluiting. Als ik terug kom op het stand ga ik ook gewoon met Carlos tussen de guineerers lol maken. Beetje lullen, zandkastelen bouwen met de kinderen, handstand oefenen met de jongeren. En praten over tempo de Martje met Carlos en Botje.
Dan word een kind gestoken. Het huilt niet, maar heeft een opgezwollen enkel. Het dier, een rog wordt meteen gevangen en Carlos laat mij zien dat die een weerhaak angel heeft achter zijn staart. Het kind zal 1 maand niet kunnen werken. De rog wordt natuurlijk op het vuur gelegd. 'het is ook zijn water', zegt een Nederlander als ik ze waarschuw.
Ik moet wel zeggen dat ik respect heb voor Paul, hij heeft hier 3 jaar gewoond, primitief en onderdanig. Ik denk niet dat ik dat zou kunnen. Hij heeft een boek geschreven 'op zoek naar anderen' Project 'de waterkruik' De 10 Nederlanders zijn hier met een 'doel'. 12 water silo's bouwen. Paul Akkerman heeft een stichting die om de 2 jaar met Nederlanders van die silo's komt bouwen in zuidwest Guinee. Het zijn silo's van ongeveer 1,5 meter. hoog en 1 meter diameter. De bedoeling is dat in het regenseizoen de deksel erafgaat en het water erin komt, dan als er water schaarste is kunnen mensen daar uit drinken. Ik en Carlos zijn erg benieuwd naar de werking van die dingen. We zien ze overal het zijn er wel 120! Na wat rondvragen is onze conclusie. De Nederlanders zijn hier meer voor zichzelf. De kennis van Carlos waar mijn auto wordt gestald in Catio heeft ook zo'n deposito. Bij die van hem loopt het water er net zo snel weer onderuit. Verder horen wij over problemen met de filter die er in zit. En het probleem om er water in te krijgen. Want de deksel is zwaar en de regen vult lang niet die 1500 liter. Maar er zijn er een paar die worden gebruikt, en ja, sommigen gebruiken liever dat ding dan dat ze een stuk moeten lopen voor water. Maar, in Catio bijvoorbeeld staat een immens grote watertoren door Nederlanders gebouwd in tempo de Martje, waar de generator en pomp van kapot zijn, maar het water netwerk is er nog. Die is met een fluit en een scheet (relatief) gerepareerd. Ook zijn er 2000 liter tanks te koop compleet met stellage om die op 3 meter hoogte te plaatsen. Paar leidingen en er is zelfs druk op het water. En dan worden er dus 10 vliegreizen betaald vervoer, eten noem maar op, voor 12 van die deposito's. Ik wil niet zeggen dat het slecht is wat ze doen. Want ze helpen mensen heel erg met het kopen en uitgeven van geld. En sommige deposito's hebben nut. En ik zou niet kunnen wat Paul doet en heeft gedaan. Respect! Maar ik hoop dat zij door hebben dat ze vooral zichzelf helpen, net als ik dat doe hier. Caiar 3.


Als ik verbrand terug loop van het strand lopen wij langs het huis van Dario. Dat is de enige plek waar harde grond is, het cement van Stenaks van de fundering. Daar slijpen wij bouten. We maken een punt aan de bouten zodat ze in de ster van de schroefas vallen en zo meer kracht kunnen overbrengen. Het duurt een eeuwigheid maar het lukt. Na het eten gaan wij weer naar de boot en zetten de schroefas vast. Maar het water is al weer aan het wegtrekken en dat betekend dat er stroming richting de oceaan staat op de rivier en het laatste wat we willen is stil vallen op die rivier. Dus ik, Carlos en de booteigenaar blijven tot het begint te schemeren in het bootje zitten en maken grapjes met de vrouwen aan wal die rijst los slaan uit de stengels. Problemas teng, muto beng (er zijn problemen, heel mooi(maar het rijmt)). Dus wij slapen nog een nacht bij Botje. Mijn water is op, mijn sigaretten zijn op, mijn batterijen van mijn camera zijn op. Kleren zijn vies, ik heb alleen mijn Guineese slippers mee, geld is op, ben verbrand, er is geen mobiel bereik. Onze hoop is dat de motor het doet morgen. Dus als een echte Guineer zit ik die avond waraga te drinken op een stuk gehold hout op een moeilijk bereikbaar stuk land in een van de armste landen op de wereld. Maar ben gelukkig! Ik maak mij geen zorgen, waarom weet ik nog steeds niet. Wij krijgen te eten van Botje slapen in zijn huis en alles wat ik hem nog kan geven is een knijpkat lamp die ik mee heb. Maar zelf zonder dat, ben ik welkom.


De volgende morgen om 6 uur is het vloed. De eigenaar van de benzine (slaapt in een andere commune en hebben wij tijd niet gezien) zal gaan kijken of de boot werkt, dat hebben wij hem via een jongen die toch naar dat dorpje ging laten weten. Als het niet zou lukken zou hij ons wakker maken. Dus om 6 uur ‘s ochtends word ik wakker gemaakt. De benzineman heeft een andere motor geregeld! Hij had vanochtend bereik met een 'arriba' telefoon en hij gaat bij een andere rivier een vriend opwachten die een andere motor komt brengen. Wij (vooral Carlos) weten wel hoe dat gaat, (het is lang niet zeker dat die motor het doet als die al komt, en het dan nog het goede tij is enz.) dus wij lopen met hem mee, om dan met degene die de motor komt brengen zo dicht mogelijk bij Catio uit te komen ofzo. De man staat al klaar met een kruiwagen. Carlos zegt mij dat het minder ver lopen is dan dat wij de dag ervoor hebben gedaan, naar het strand, Dario en 3 keer naar de boot. Dus wij vertrekken nog voor de zon op is. Mijn batterijen zijn op! En juist nu zie ik het mooiste van Guinee! Van de wijde velden, tot dicht oerwoud van palmen tot rijstvelden. Er is niet echt een weg, het is meer lopen over paden die de rijstverbouwers gebruiken (soort heuvels), door paden door het oerwoud tussen dorpen (soms met scholen :P)

Reacties

Reacties

Anne

Geweldig om te lezen hoe je daar je weg maakt!!

Linda

echt geweldig jan!

feike

Beste Jan

We vinden het mooi om je verhalen te lezen en de foto s te zien.Het zal wel een bijzondere ervaring zijn als je op de plaatsen staat waar Matje ook heeft gestaan.

Jan we missen je groet Anne Feike en kids

emily

Wauw

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!